[Cornelis Danckerts]
Danckerts (Cornelis), wegens de gelijknamigheid van zijn vader en een zijner zoons beurtelings door ‘de Jonge’ en ‘de Oude’ onderscheiden, terwijl hij zelf den familietoenaam De Ry niet gebruikt. Zijn vader, ‘voor desen metseler in dienst der stede’, had een zoon Hendrik, vroeger ook metselaar, daarna rooimeester te Amst., en den hier gen. Cornelis. Deze was in 1561 te Amst. geb., werd in 1595 ‘opperste metselaer’, een jaar na Hendrik de Keyser, onder of naast wien hij diende, en wiens onvoltooide werken hij afmaakte, of zijne ontwerpen na De Keyser's dood uitvoerde. Toen hij 69 jaar oud was, verzamelde hij de teekeningen dezer en van enkele andere bouwwerken; Salomon de Bray schreef er den tekst bij, Danckerts maakte daarin een 26-regelig vers en de ‘Architectura moderna ofte Bouwinge van onsen tyt’, verscheen te Amst. in 1631 bij Cornelis Danckerts van Seevenhoven, woonende in de Kalckton by de Reguliers tooren, later in de Kalverstraat. Deze gaf sommige voor hem bewerkte of op zijne kosten gecompileerde, en wel eens van zijne hand afkomstig vermelde boeken uit en is de stamvader der talrijke drukkers, kunsthandelaars en schilders; door zijn tweede huwelijk was Hieronimus Zweerts aan deze familie verwant. Cornelis Danckerts de Ry, de bouwkundige, was o.a. de vader van den Amst. pred. Cornelis, te Amst. overl. 1693. Na het voltooien der Westerkerk werd hem ‘als loon voor sijne diensten’ in 1632 ‘een graff toegestaen’; hij werd daarin twee jaar later nedergelegd.