[Aldemar Camillo van der Cruyssen]
Cruyssen (Aldemar Camillo van der), geb. te Nevele (Oost-Vl.) op 9 Febr. 1836, werd in 1853 hulponderwijzer in zijne geboorteplaats, in 1861 eerste hulponderwijzer bij de stadsschool te Kortrijk en in 1870 schoolopziener van het 2de gebied van West-Vlaanderen. Thans woont hij te Mechelen als bijzondere opziener voor het schoolressort van Mechelen.
Hij schreef: De Zoon des Dronkaerds, novelle, Gent 1856; Het huisgezin Drijvers, novelle, Gent 1860; Verhandeling over het nut van de beoefening der moedertael, (bekroond) Waregem 1861; Gheel, de kolonie der krankzinnigen, Beschryving en geschiedenis dier gemeente, Gent 1862; Jan Hyoens, drama in 3 bedrijven, Gent 1864. De Vondeling, tafereelen uit onzen tijd (bekroond), Gent 1864; Twee volksmannen, tweespraak (bekroond), Tielt 1866; De jonge kunstenaar, tafereel uit onzen tijd, Gent 1867; Moeder Geertrui, tafereel uit onzen tijd, Kortrijk 1869, Brussel 1877; De Jongen van Ruislede, tafereelen uit het leven van eenen kweekeling der Hervormingscholen, Kortrijk 1872 en Brussel 1877; Twee beproefde Harten, tafereelen uit onzen tijd, Gent 1875; Afrika naar de beste bronnen, met eene kaart, Kortrijk 1877; Merkwaardigheden uit ons vaderland, De Kolonie van Gheel, De Hervormingsscholen van Ruiselede en Beernen, Brussel 1877.