1857; Alles wel, 't lot in den kerkbuil, Scheven. vert. 1857 (Mrt.); Wat ik hoorde en zag in den spoorwagen en in de wachtkamer, verh., 1857; Een oudejaarsavond, verh., 1857; Het Pauweveerke, O. nov., 1857 (Sept.); Mijn oude Jacob, vert., 1857 (Dec.); Toonen in den Nieuwjaarsmorgen, vert., 1858 (Jan,); Kees Springer in de kerk, vert., 1858 (Apr.); Driemaal gezien, herinneringen aan Fidelius, 1858 (Mei); Portretten, 1858 (Juli); Kees Springer buiten de kerk, vert., 1858 (Aug.); Van binnen en van buiten, O. vert., 1858 (Sept.); Op de Kniehorst, O. vert., 1859 (Jan.); Wat ik hoorde en zag in den spoorwagen en binnen de wachtkamer, II, verh., 1859 (Apr.); Naar omhoog, verh., 1859 (30 Apr.); Arme Samuel, verh. 1859; Achter de schermen, vert., 1859; Kaatje in 't duin, vert. v.d. jeugd, 1859; De Betuwsche neef, Ned.- en O. vert., 1859; Bruur Joapik, O. vert., 1859 (Apr.); Een dag in de residentie, 1860 (Juli); Het begin, vert., 1860; Wat vader Harmen vertelt, vert., 1860 (Aug.); Wouter Linge, vert., 1860 (Dec.); Op den zolder, vert., 1861 (Jan.); De Koffievrouw. Een beeld voor het volk, vert., 1861; Een dansles op Meydervoort, vert., 1861 (Juni); 't Blinkende Hoantje, O. vert., 1861 (Aug.); De reus van Antwerpen, herinneringen aan de kunstfeesten. Ned. verh., 1861 (Sept.): Oan 't kleine rivierke, O. vert., 1862 (Aug.); Fabriekskinderen, eene bede, doch niet om geld, verh., l863 (Febr.); Grietje op 't Hönigsarf, O. vert., 1863 (Juli); Te Wolfhezen, herinnering aan mijn vriend Oerder, 1863; Boer en edelman, tooneelsp. 1864 (Juli); Het oude en het nieuwe orgel, vert., 1865 (Febr.); Frederik Hendrik Hendriks, de schilder van Wolfhezen, 1865 (Mei); Emma Berthold, tooneelsp., 1865 (Aug.); Jan, Piet en Klaas, O. vert., 1866; Kruuzemuntje, O. vert., 1866; Anna Rooze, roman, 3 dl., (25 Febr. 1866-26 Aug. 1867); Dokter Helmond en zijn vrouw, roman, 2 dln., (13 Juni 1868-22 Nov. 1869); Fabriekskinderen, Brief aan mijn Landgenooten, 1870 (Febr.); Fabriekskinderen, Brief aan Z. Ex. den Minister van Bin. Zaken, 1870 (Mei); Bella Roel, O. vert., 1870 (Juli); Iets uit het jaar '70 meegedeeld, aan de Leydsche burgery by den aanvang van het jaar '71 door de Evang. Luth. weezen, 1870 (Oct.); De oorlog een noodzakelijk kwaad? 1870 (Dec.); Brief van Jan Stukadoor aan alle Nederl. werklieden, 1871 (Juni); Van dienen en danken gesproken, 1871 (Juni); Antwoord van Jan Stukadoor aan Piet Schaver, 1871 (Dec.); Hanna de freule, 2 dln., roman (Juli 1871-Oct. 1872). Titulair. Klucht of geen klucht, tooneelsp., 's-Grav. 1874. Verder nog eenige losse stukjes in De Tijdstroom, De Nederl. Spectator, Europa enz., aankondigingen van romantische en andere werken, enz. Poëtische vruchten zijner onvermoeide pen zijn: Engelenwacht, 1853; Joapik Peter van Hunnse op de zilveren brulleft van den dommenei van Randik, 1854; Een afgevaardigde van 't Nut ter algemeene Vergadering der Maatsch. tot N.v.'t Alg., 1855 (Aug.); Aan iederen vinger één, 1856; Het ijs, 1857; Een toast aan Jan van Beers, in 't Bet., 1858 (Nov.); De ziende, Overbet., 1859 (Febr.); De oude, Overb., 1860 (Juli); De rijke Mieke in 't heuj, Overb., 1860 (Aug.); Wat Willem van 't blommeke zeit, Overb., 1861; G'n oavend buur Herm, Overb., 1862; Achterdeurkes, Overb., 1863 (Juli); 't Zunneke en 't Moantje, Overb., 1864 (Apr.); Of het mooi was, Haagsche vertelling, 1864; 't Erste kiend. Overb., 1873 (April).
Uitgaven zijner werken zijn: De lelie van 's-Gravenhage, Amst. 1852; Een winternacht, (ten voordeele der armen), Arnhem 1854; Betuwsche novellen, Haarl. 1856, 2e druk 1871 (bevat No. 21, 8, 17, 18 en 20); Novellen van Cremer en Keller, Arnh. 1858, (bevat No. 14 en 7); Arme Samuel, Leiden 1860, 3e dr. 1861; Portretten, Leid. 1860, (bevat No. 33, 31 en 34); Sinte Klaas, oud en nieuw, Arnh. 1860, (bevat No. 7, 29, 27 en 30); Op den zolder, (ten voordeele van den watersnood), Rott. 1861; Wouter Linge, Arnh. 1861; Uit het leven, beelden en schetsen, Leid. 1862, (bevat No. 32, 46, 38, 26, 37 en 19), Twee novelletten, Rott. 1862, (bevat No. 40 en 50), Een Betuwsch klaverblad, geïllustr., Schied. 1863, (bevat 79, 80 en 81); Fabriekskinderen, Arnh. 1863; Stad en dorp, Arnh. 1864, (bevat No. 45, 25, 42 en 44); Distels in 't weiland, Leid. 1864, geïllistr., (bevat No. 55, 23, 28, 43, 51, 36 en 53), 2e dr. onder den titel Overb. Vertell., 1869, 3e dr. 2 dln. 1873, 4e dr. in Algem. Bibliotheek 1872-'73; Frederik Hendrik Hendriks, (ten voordeele van diens weduwe), Arnh. 1865; Het oude en het nieuwe orgel, Amst. 1865, 2e dr., Leid. 1865; Anna Rooze, Arnh., Leid., 's-Hage 1868; Thijs de Smid, Arnh. 1869; Dokter Helmond, Arnh., Leid., 's-Hage 1870; Brief enz., No. 66, 's-Hage 1870; Kruuzemuntje en andere vertellingen, Leid. 1870, (bevat No. 62, 22, 35 en 48); De oorlog een noodzakelijk kwaad? Leid, 1871; De koffievrouw, Amst. 1871, (Bibl. v. volksvoordrachten, 2e reeks No. 5); Bella Roel, Amst. 1871; Brief van Jan Stukadoor, Leeuw. 1871; Novellen, Leid. 1871, (bevat No. 33, 31, 34, 32, 46, 38, 26, 37, 19 en 39); Antwoord van Jan Stukadoor, Leeuw. 1872; Hanna de freule, 2 dln., Amst. 1873, 2e dr. 1e deel 1873, (premie Nieuws v.d. Dag); Novellen en Vertellingen, klein form., Leid. 1873, (bevat No. 31, 34, 19 en 7), Overb. novellen, I, (bevat No. 43, 53 en 28), Overb. novellen, II, (bevat No. 55, 23, 36 en 51); Overb.