[Pieter de la Court]
Court (Pieter de la), waarschijnlijk in 1618 te Leiden geb., promov. in zijne geboortestad in de rechten, doch hield zich met nijverheid en handel bezig. In 1672 week hij naar Antw. uit en ging 't volgende jaar naar Amst., waar hij 's winters woonde; 's zomers woonde hij op Meerburg bij Leid. en overl. te Amst. 23 April 1685. Hij schreef meestal onder den naam Van den Hove de volgende werken:
Interest van Holland ofte gronden van Hollandts welvaren, aengewesen door V.d.H., Amst. 1662, later omgewerkt en op nieuw uitgeg. onder den titel: Aanwijsing der heilsame politike Gronden en Maximen van de Republike van Holland en West-Vriesland, Leid. en Rott., 1669. Hierin waren twee hoofdstukken gevoegd van de hand van den Raadpensionaris De Witt, en uit dien hoofde werd het geheele werk ook wel aan dezen toegeschreven, gelijk het dan ook in het Fransch en in het Engelsch vertaald werd als Mém. de Jean de Witt. Meer andere geschriften, die als schrijver V.d.H. op den titel vermeld, en worden hem toegekend, doch van deze is het onzeker of zij van zijn hand, dan wel van die zijns jongeren broeders Jan zijn. (Zie Mr. B.W. Wttewaall: het welvaren der stad Leyden, Leid. 1846.) Waarschijnlijk was hij ook de schrijver van: Naauwkeurige Consideratie van Staet, weegens de heerschappye van een vrye en geheymen Staatsregeeringh, over de gansche aertbodem; aengewesen door V.d.H., Amst. 1662; Sinryke Fabulen, Amst., 1665, door J. van Hoogstraten in dichtm. overgebracht, onder den titel van: Staat- en zedek. zinnespreuken of leerzame fabelen; Historie der Gravelicke Regeering in Holland, beschreven door V.H., Amst., 1662.