[Frans de Coster]
Coster (Frans de), te Mechelen geb. 13 Juni 1532, studeerde in de wijsbegeerte te Leuven en werd aldaar op 19 Maart 1551 benoemd tot meester in de vrije kunsten. Den 8 Nov. 1552 trad hij te Keulen in de orde der Jezuïeten, om in de lente van het volgende jaar naar Rome te trekken, waar hij zich inzonderheid toelegde op de godgeleerdheid. Toen hij den 21 Juli 1556 uit Italië wederkeerde te Keulen, werd hij daar leeraar aan de Hoogeschool en den 7 Jan. 1561 ontving hij er zijne benoeming van doctor in de godgeleerdheid. Na eenige jaren den leeraarsstoel te hebben bekleed, werd hij provinciaal zijner orde in de Rijn-provincie en vervolgens in de Nederlanden. In deze hoedanigheid beijverde hij zich de hervorming te bestrijden en toen hij op 16 Dec. 1619 te Brussel was gestorven, liet hij, behalve eene reeks Latijnsche schriften, de volgende Nederlandsche werken na:
Bewys der Ouder Catholicker Leeringhe met antwoorde op sommighe teghenstellinghen door F. Costerum, Antw. 1595; Corte antwoorde op hondert loghenen, van eenen onbekenden Ketter int derdendeel van een bladt papiers geschreven, Antw. 1595; Apologia Catholica, dat is catholycke antwoorde op eenen Ketters boeckxen Gasparis Grevinchovii. Gensch predicant tot Roterdam, Antw. 1598; Seyndtbrief aen de Edele en Wyse Heeren representerende de Staten ende Raedt van Hollandt, Zeelandt, etc. met een brief aen Gaspar Grevinchoven, Antw. 1598; Antwoordt op de Hollandsche sententie tegens Peeter Panne, Antw. 1598; De Tweede Apologie Francisci Costeri priester der Societeyt Jesu, op Ketter Gaspar Grevinchoven boeck, Antwerpen 1599; Twe Dialogen, daer Christus Costerum en Ketter Gaspar Grevinchoven examineert, Antw. 1599; Seyntbrief aen Gaspar Grevinchoven, Antw. 1600; Corte antwoorde op het versch Schrift van seven apostaeten, Antw. 1601; Een cort tractaet van den aflaet ter oorsaecken des overghesonden Jubilaei anno 1603, Bruss. 1603; Toetsteen van de versierde Apostolische successie eens wederdoopers Jacob Pieterssen van der Molen, Antw. 1603; Cathechismus, dat is de Christelycke Leeringhe die alle Christene behooren te Weten, Bruss. 1603; Cathechismus, dat is, de Christelycke leeringhe in maniere van t'samen sprekinghe tusschen den Meester ende den discipel door Franciscum Costerum, Antw. 1604; Schat van gebeden, Antw. 1604; Wederlegginghe Francisci Costeri Priester der Societeyt Jesu van de beantwoordinghe op zijn vijf questien, gedicht deur eenen P.P. Kock van Enchuysen. Met een bericht veur Jacob Van der Meulen Ketter Wederdooper, Antw. 1604; Tweede Wederlegging Fr. Costeri van P.P. Cock Ketter Boeckxke, Calvinist, nu Leechganger te Enchussen, maer Seylmaeker van zyn Ambacht, Antw. 1606; Voorsprake tusschen Coton en H. Gigord, Antw. 1609; Disputatie over het fondament aller Ketteryen, Antw. 1610; Dialoghe of 't samensprekinghe over de solennelle processie des H. Sacrament van Mirakelen jaerlycx te Brussel gehouden, Bruss. 1611; Het Niew Testament onses Heeren Jesu Christi met uytlegghingen der Plaetsen die duyster luyden, Antw. 1614; Catholycke Sermoonen op d'Epistelen ende Evangelien der Sondaghen van het beginsel des Vastens tot de H. Dryvuldicheydt. Catholycke Sermoonen op de Epistelen van de Sondaghen na Sinxen tot den Advent. Catholycke Sermoonen op alle de heylichdagen des jaers, inhoudende het leven der Heyligen, ende d'uytlegginge der Epistelen ende Evangelien, Antw. 1616; Sermoonen