[Jacob Clijburg]
Clijburg (Jacob), - zoon van den gelijknamigen scheepsbevelhebber der Amsterd. admiraliteit, die in Maart 1695 als 29-jarig Hagenaar huwde met Cornelia, de dochter van den uitgever Jan Jacob Schipper en voor Livorno in Augustus 1712 als kommandant der Zeelandia overleed - werd geb. te Amsterdam en huwde in 1724 met Engelina Judith Teeckman, geb. 25 Juli 1706. Vader en zoon behoeven dus niet langer verward te worden. De laatste woonde te Arnhem, toen hij daar in 1724 den tweeden druk zijner Poëzy aan Alb. en Pieter van Poot opdroeg.
De eerste druk, bevattende Gelegenheids-gedichten, Bijbelstoffen en de treurspelen: De dood van Kajus Julius Caezar, De dwaze liefde of rechtvaardige Ballingschap en Valerius Severus, was daar toen reeds bij W. Heggers verschenen. Een herdruk verscheen te 's-Grav. 1727. Verder: Crispijn Mogol of de gewaande Turk, klsp., Amst. 1718; Nederland in gekheit. Staat en zinnespel op de Wind-negotie, Amst. 1720; De gewrooke bloedschande, trsp., Haarl. 1720; Salomona, Joodsche martelaares, treursp., Haarl. 1720; Merodack en Silous, treursp., Amst. 1720; Kamma of Spiegel van opregte trouw, treursp., Haarl. 1721; De triompheerende Onnozelheit, trsp., Haarl. 1721; Krispijn bedrieger en bedrooge Actionist, klsp., Haarl. 1721; De Wind-negotie of Invendutie-papier onder oud goed te koop, klsp., Amst. 1726; De bedrieglijke Procureur, klsp., Nergenshuizen 1731.