[Hendrik Claeys]
Claeys (Hendrik), 7 Dec. 1838, geb. te Zomergem. Na aan de Hoogeschool van Leuven zijne studiën te hebben voltooid, werd hij in 1864 leeraar in de poëzie aan het College van Oudenaarde; in 1869 ging hij in dezelfde hoedanigheid over naar het Seminarie te Sint-Nicolaas en thans is hij pastoor te Oostakker bij Gent.
Hij schreef: Gedicht op het Huwelijk van Z.K.H. den Hertog van Brabant, Gent 1853 en tal van andere gedichten, gelegenheidsverzen en cantaten, als: De Zondvloed, Zang der gevangenschap, Matthias, Sennacherib, enz. welke in tijdschriften verspreid zijn. De Lettervruchten van het genootschap: Met Tijd en Vlijt bevatten van hem eene verhandeling: Over de Tragische zijde des Levens, in de poëzie, Leuven 1874. Afzonderlijk gaf hij uit: Inwijding der Muurschildering uitgewerkt in de kerk van O.L.V. van Bijstand, te Sint-Nicolaas (Waas), door de heeren G. Guffens en J. Swerts, Feestrede, Sint-Nicolaas 1870; Dichter De Koninck, beoordeeld door Dr. Jan Nolet de Brauwere van Steenland, Baarle-Hertog 1875; Het menschdom verlost, door L. de Koninck X24 uitgecijfert en gewettigd. Een recapitulatie in zake De Koninck-Nolet, Baarle-Hertog 1875; Gemengde Gedichten, Sint Nicolaas 1877; Lijkrede van Hendrik Conscience, uitgesproken in de hoofdkerk van Antwerpen den 30 Sept. 1883, Antw. 1883.