[Frans Caron]
Caron (Frans), geb. in 1600 te Brussel, ging bij de O.-I.C. in dienst en voer als koksmaat in 1619 naar Japan, waar hij van het schip wegliep en in het land bleef. Door vlijt en talenten klom hij op tot Directeur-generaal van den koophandel te Batavia, totdat hij 25 Sept. 1652, ter verantwoording in Den Haag gekomen, op zijn verzoek ontslagen werd. Weinig gelukkig slaagde hij in Franschen dienst, om dat land een vasten handel in Indië te verschaffen. Ook van dien post ter verantwoording opgeroepen, leed hij schipbreuk op de Portugeesche kust en verdronk daarbij, 1673. Natuurlijk moet men hem onderscheiden van een naamgenoot, die van 1661 pred. in O.-Indië was, en te Leksmond in die betrekking overl. 1697, en stichtel. werkjes met Holl. titels in 't zgn. Laagmaleisch heeft uitgegeven.
Hij schreef: Beschryvinghe van het machtigh koningryk Japan, gesteld door Françoys Caron, Directeur des compagnies negotie aldaer, ende met eenighe aenteekeningen vermeerdert door Henrick Hagenaer, Amst. 1650, met pl.
(Prof. Fruin, Aant. op Droste, 320-'27.)