[Mr. Cornelis van Bynckershoek]
Bynckershoek (Mr. Cornelis van), geb. 29 Mei 1673 te Middelburg, waar zijn vader eene groote zeilmakerij had, werd bestemd voor pred., begon ook in 1689 te Franeker in de theol. te studeeren, welke hij voor de rechten verwisselde en daarin aan dezelfde hoogeschool promov. 16 Mei 1694, om 29 Sept. daaraanvolgende den eed te doen als adv. in Den Haag. Hij werd 26 Mei 1704 gekozen tot raadsheer, den 23 Mei 1724 tot president in den Hoogen raad; hij overl. 16 April 1743.
Over den beroemden rechtsgeleerde, zijne werkzaamheid en ambtsvervulling, zijn karakter en levensbijzonderheden, wordt alles uitvoerig gevonden in het onderstaand belangrijk acad. proefschrift. Zijne werken, die ook een deel uitmaken van den vaderl. letterroem in de rechtswetenschap, zijn in 't Latijn geschreven, hoewel gedeeltelijk vertaald. Een enkele arbeid zijner jonge jaren is de Nieuwe Opregte Haegse Mercuur, compleet, Behelsende Satyrique, Politique en Acad. Reflexiën, 's-Grav. 1699. Nadat 30 nos. verschenen waren, verbood de Overheid de verdere uitgaaf, en men gaf den samensteller na, dat hij op rijperen leeftijd zijne kwartijntjes inkocht en vernietigde, waarin hij vrij wel geslaagd is. Maar na zijn dood kwam alles in klein 8o. uit, met de voorletters van den auteur op het titelblad, in grooten getale verspreid, Utrecht, 1745.
(Mr. O.W. Star Numan, C. van Bynckershoek, Leiden, 1869.)