Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 124]
| |
graten bij Maastricht, 1 Jan. 1831, was van 1854-'63 prof. te Roerm., daarna tot 1870 rector van het St.-Bernardsgest. te Amst. en mede-hoofdred. van De Tijd en is thans R.K. pastoor van de Bovenkerk te Nieuwer-Amstel. Schreef, behalve godsd. strijdschriften en talrijke in het fransch fraai gestelde artikelen, ook in afz. uitgave: Joost van den Vondel. Dichtwerk met levensbeschr., karakterschetsende en letterk. aanteekeningen, Roerm. 1861; Wetenschap en Schilderkunst, Leid. 1864; Het nationale monument, 1813-1863, Amst. 1864; Een groot Nederlander, Petrus Canisius, Amst. 1865; Neêrlands eerste Vondelsfeest, gevierd te Roerm. 5 Febr. 1862, Amst. 1867; Nederland en Pius IX, Amst. 1867; Zeventien hoogleeraren van Nederland in de kwestie van den dag, Amst. 1868; De Nederlanden en de gevierden te Heiligerlee, Amst. 1868; Antwoord aan den heer Groen van Prinsterer, I en II; Weder-antwoord aan den heer B. ter Haar Bzn. in ‘Nieuw en Oud’, Amst. 1868; Wat nu te doen? Een broederlijk woord aan mijne synodale en anti-synodale medeburgers met een apostolischen brief aan Z.H. Paus Pius IX aan alle protestanten en niet-katholieken; Fruin in De Gids, Jonckbloet in de Tweede Kamer en Groen in zijne derde brochure over Heiligerlee, Amst. 1869; Mengelingen op staat- en letterk. gebied, 1e deel; Nederland aan Pius IX op 11 April 1869, Amst. 1870; De oorlog (koning, veldheer, soldaat), redevoering, voor de Zouaven-Broederschap te Rotterd., Rott. 1870; Het Pius-Petrus-Jubilaeum in Nederland, Amst. 1871; Konstitutioneele Nederl. wedstrijd op 1 April 1872, Utr. 1872; Marnix van St.-Aldegonde te Breda, Verdediging mijner spreekbenrt tegen de Bred. Courant, Amst. 1877; Staatkundige harmonieën van Neêrlands grondwet, Amst. 1878; Redevoering over Pius IX en Leo XIII, Amst. 1878; Iets nieuws over Vondel, Amst. 1879; Te Delft. Een woord van hulde aan Prins Hendrik, Haarlem 1879; Openbare brieven aan ‘Minerva’ over de Rede voor ‘Vrije Studie’, Amst. 1879; Antwoord aan den Nederl. Spectator over ‘La Neerlande à Victor Hugo’, Amst. 1877. Zijne begaafde pen is in gestadige beweging geweest gedurende den ‘zevenjarigen onafhankelijksoorlog’ van Nieuwer-Amstel, in De Amstelbode gevoerd, en niet minder in De Wetenschappelijke Nederlander, die onder zijn bestuur wordt uitgegeven. |
|