[Lambrecht van den Broek]
Broek (Lambrecht van den), werd 31 Aug. te Rott. in bescheiden kring geb. en weinig en slecht onderwezen. Door zelfopoffering zich ontwikkeld hebbende, werd hij op voorspraak van zijn begunstiger, den pred. Cox, op een handelskantoor geplaatst. In 1824 schreef hij zijn eerste vers in den Muzen-almanak, welks uitgever, Immerzeel, sedert dien tijd de leidsman van onzen dichter werd op zijne letterkundige loopbaan. Hij overl. te Rotterdam 16 Dec. 1863.
Schr.: De reis naar Java, dichterl. taf. Rott. 1832; De Batavieren, in 4 zangen, Leeuw. 1833; Vaderl. Poëzy, Amst. 1834; Nieuwe Gedichten, Rott. 1834; Ernst en Luim, Poëtische Verscheidenheden, Rott. 1836; De ondergang van Jeruzalem, Dichtstuk, Rott. 1836; Nederlands Verlossing in 1813 herdacht, feestzang, Amst. 1838; Feestzang ter inwijding der nieuwe beurs van Amst., Amst. 1845; Het Coelibaat, Een schets naar het leven, Amst. 1846; Lied in de lente van 1846, Amst. 1846; De bededag, 2 Mei 1847, dichtst., Rott. 1847; Herinneringen aan Nederlands verlossing in 1813, dichtst., Rott. 1847; Proeve van gedichtjes voor kinderen van alle standen, Amst. 1857; De schipbreuk, dichterl. tafer., Rott. 1847; Bloemen, Leid., 1860; Olijfbladeren. Evang. dichtstukjes voor de jeugd, Rott. 1850; De jaargetijden, Luim en Ernst. Haarl. 1851; Schets. en Omtrekken, Luimige (Humoristische) dichtst., Rott. 1852; Oost West, 't huis best, poëzie en proza voor de jeugd, Warmond en Amst. 1853; Veertien Photographieën, Wijk bij Duurst.; Kleine gedichtjes voor jonge kind. 5 tientallen, Rott. 1854-'55; Een schipbreuk. de loods en de visscher, drie zeetaf., Tiel 1855; Dichterl. Mozaïk, Alkm. 1856; Geïll. Album voor de jeugd, Dichtstukjes en Gezangen, Rott. 1856; Gedichten, Amst. 1857; Vaderlandsche Muze, Nieuwe Gedichten, Rott. 1857; Kindergedichtjes, (3 stukjes, Leid. 1858; Kleine gedichtjes, Leid. 1858; Stoute jongens en meisjes, een prenteboek, Leid. 1859; Versjes en vertelsels voor jongens en meisjes, Arnh. 1859; Proza en poëzy voor jongens en meisjes, Arnh. 1859; Nacht en Dageraad of Nederl en Spanje, dram.-allegor. voorstelling, Amst. 1861; Bloemen en bladeren geplukt en geschikt, Amst. 1861; Souvenir, Poëzy voor Hollands Schoonen, Leid. 1862; Zomergroen, Gedichtjes voor de jeugd, Leid. 1862; Buitenlust, kleine landelijke vertellingen, Haarl., 1862. Voorts nog veel losse verzen en kinderboekjes. Zijn Nagelaten en Verspreide Gedichten zijn uitgegeven met een voorrede van A. Bogaers en een levensschets des dichters door H. Maronier, Rott. 1864. V.d. Broek was ook medewerker aan het Humoristisch Album onder het psd. Celibatarius. Anoniem gaf hij uit: Grootv. Peter Kras, Praatjes van een ouden Zeeman: Rott. 1859 en Prof. Celibatarius, zijne redevoeringen, kamergedachten, enz., Rott. 1862.