[Hendrik Roelof de Breuk]
Breuk (Hendrik Roelof de), geb. te Haarlem 25 Sept. 1814, prom. 25 Juni 1839 te Leiden in de letteren en vertrok in 1840 naar Zwolle om de oude talen aan het instituut van L.C. Cnopius te onderwijzen. Drie jaar later vestigde hij zich te Leiden als boekdrukker. Toen zijne zaken niet goed gingen, niet weinig door zijne inmenging in de staatk. omstandigheden van die jaren, en zijne overvloedige deelneming in de openbare aangelegenheden, verliet hij Leiden in 1856 en vestigde zich te IJselstein; hij gaf andermaal les aan een instituut en ordende de plaatselijke en kerkelijke archieven. In 1862 werd hij leeraar aan 't gymn. te Gouda, en overl. daar 24 Sept. van dat jaar.
De Breuk leverde bijdragen in de Hand. van de Mij. der Ned. Letterk., nl. den Inventaris van eerstgenoemd Archief; in de Kronijk van 't Hist. Genootschap te Utr., in het Kerkel. Archief van Kist en Moll, dl. I, in het Jaarboekje voor Christ. Weldadigheid, enz. Hij was oprichter en redact. van het tijdschrift De Rederijker, tokkelde soms de lier en heeft zich naam gemaakt als improvisator.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1862.)