[Catharina Boudewijns]
Boudewijns (Catharina), leefde te Brussel op het einde der XVIe en het begin der XVIIe eeuw. Zij was de gade van Nicolaas de Zoete, adv. en geheimschr. van den Raad van Brabant, doch werd al vroeg weduwe met onderscheiden kinderen, waardoor zij in nood schijnt gekomen te zijn. De gravin van Arenberg werd hare beschermster, waarom zij deze in 1587 haar werk opdroeg, getiteld:
Het Prieelken der gheestelycker Wellusten, inhoudende veel schoone en gheestelycke Liedekens, Leysenen, Refereynkens, ende andere gheestelycke spelen, Brussel, 1587. Dit boek werd herdrukt in 1603. In 1567 vertaalde zij ook een Spaansch werk onder den titel: Een schoon tractaet, sprekende van der excellenter Deucht der Discretien, zeer nootelyck en profytelyc voor alle menschen die begeren te comen oft te geraken totter Christelycker perfectien ofte volmaectheyt. Gemaeckt by den Eerw. vader in Gode heer Seraphin de Fermo, in synder tyt een excellent gheleert Predicant, enz. Brussel, 1568.