[Bernardus Bosch]
Bosch (Bernardus), geb. 4 Sept. 1747 te Deventer, was achtereenvolgens pred. te Spanbroek, Oudkarspel, Vollenhove en sinds 1782 te Diemen. Als vrijheidsgezind dichter en kerkredenaar bekend geworden, sloot hij zich bij de Amst. patriotten aan, verliet bij den inval der Pruisen zijn gem., doch werd na hun aftocht niet meer te D. als pred. terug ontvangen. Toen begon een zevenjarig letterkundig en zwervend leven; uit Amst. verbannen, woonde hij te Durgerdam, Buiksloot, Bergen-op-Zoom en Zaandam, waar hij in '95 aan 't regeeren geraakte en te Amst. volksvertegenwoordiger werd. De staatsgreep van 1789 kostte hem zijne plaats als representant; voortaan leefde hij zonder inkomen of pensioen: zijne onbaatzuchtigheid deed hem, ondanks zijn letterarbeid, in armoede zijn leven eindigen in een optrekje aan den Scheven. weg, waar hem om niet woonverblijf was verleend; hij overl. 22 Nov. 1803, en werd door de broederlijke zorg van Haagsche vrijmetselaren in de Nieuwe Kerk ter aarde besteld.
Schreef: Lofzang op de nieuwberijmde Davidszangen, Hoorn, 1775; Datheniaansche eerzuil, opgericht door Dathenaria, Hoorn, 1775; de Eigenbaat, dichtst., Amst. 1785; Batavus bij den dood van Jacobus Bellamy, Zelandus, gest. 11 Maart 1786, Utr. 1786; Het vorstelijk 's-Gravenhage haar lot beklagende. Op de wijs: Adieu schoone Rosalinde, door Batavus, 1787; De vrijheid van drukpers door Batavus, gedrukt aan 't Y, 1787; de Vrijheid der drukpers, dichtst., Amst. 1787; Ernstige dichtluim aan mijne landgenooten, get. Batavus, Amst. Z. pl. (c. 1787); Aan den getrouwen en standvastigen vader des vaderlands, H. Hooft Danielsz., 13 van Grasmaand 1788, door Batavus; De weelde in Nederland, poëzy door Batavus, Dordr. 1790, met aant. herdr. in 1794; Aan Nederlands Erfstadhouder, door Batavus, Haarl. 1781; Eerzang aan den nooit volprezen burgervriend, den W.E. Groot A.H. Mr. Abraham d'Arrest, burgem. der stad Wesep door Batavus (z j. of pl.); De kinderagtige daaden van een Admiraal-Generaal, door Batavus, Z. pl. en jr. (1784); Onze verpligting om tot nut van 't algemeen te werken en de voordeelen, die daaruit voortvloeien, dichtst., Zaand. en Amst. 1791, psd. Vrijhart; Aan het volk van Nederland over de ware Constitutie in Holland 1793; Nederland op het einde der achttiende eeuw aan Prins Willem V., Rotterd. z.j.; Batavus aan zijne landgenoten ter gelegenheid, dat eene nieuwe Constitutie voor het volk van Nederland werd vervaardigt, Amst. 1796; Batavus aan zijne landgenooten, Amst. 1798; Napoleon Buonaparte, lierzang, 's Hage 1799; De Baatzucht, 's Hage 1801; Gedichten, 3 dln. Leiden 1803. Gedichten, 3 dln., Leiden 1803; voorts leerredenen; hij was medewerker aan tijdschriften als de Burger Politieke Blixem en Janus, 1801, Janus Januszoon. Met M. Nieuwenhuizen schreef hij: De Menschenvriend, 1787-'98, 10 stukken.