[Jan Hendrik Bormans]
Bormans (Jan Hendrik), geb. te St. Truiden, 17 Nov. 1801, werd in 1818 professor aan het kleine seminarium te Luik, in 1821 aan het koninklijk college aldaar, in 1825 professor in de Rhetorica te St. Truiden, in 1834 directeur van het college te Hasselt, het jaar daarna buitengewoon hoogleeraar te Gent, en in 1837 hoogleeraar aan de Hoogeschool te Luik, in welk ambt hij overleed 4 Juni 1878. Bormans onderscheidde zich gedurende zijnen langen levensloop als een talentvol verheerlijker der Nederlandsche letterkunde.
Behalve verscheidene Fransche werken, eene menigte artikels in het Belgisch Museum, de Middelaer en de School- en Letterbode, verhandelingen, enz., schreef of gaf hij uit: Reinaert de Vos, episch fabeldicht van de twaelfde en dertiende eeuw, met aenmerkingen en ophelderingen, van J.F. Willems, Gent, 1836; Aenteekeningen op eenige der oude stukken, uitgegeven in het Belgisch Museum, Gent, 1837; Uittreksel uit het verslag over de Taelkundige prijsvraeg, Gent, 1839; Verslag over de verhandelingen, ingekomen by het staetsbestuer van België, ten gevolge der taelkundige prysvraeg, voorgesteld by koninglyk besluit van 6 Sept. 1836, Gent, 1841; Mijn verslag, Leuven, 1842; Ontdekking, lotgevallen, nadere beschryving en een paer uittreksels van 't Hs. bevattende de ouddietsche beryming der levens van de H. Lutgardis en de H. Christina, Leuven, 1843; De ware lezing van 't Leven van Jhezus, door G.J. Meyer uitgegeven, naer 't handschrift hersteld, tot nader kennis en juister schatting van dat Hs., Leuven, 1843; Onze Letterkunde, St. Truiden, 1844; Aen den Heer W. van West-Pluymers, boekdrukker te Sint Truiden, 1844; Wat is in ons nederduitsch en in 't fransch de y wanneer zij met eene vokael verbonden is? St. Truiden, 1845; Brief aen den uitgever van het Belgisch Museum over de Elnonensia en de Oud-Nederlandsche versmaet, Gent, 1846; Leven van Sinte Christina de Wonderbare, in ouddietsche rijmen, naer een perkamenten handschrift uit de XIVe of XVe eeuw, met inleiding, aenteekeningen en andere aenhangsels en facsimile, Gent, 1850; Der naturen Bloeme, van Jacob van Maerlant, met inleiding, varianten van handschriften, aenteekeningen en glossarium, op gezag van het Gouvernement voor de eerste mael uitgegeven, Brussel, 1852; Het leven van Sinte Lutgardis. Een dietsch gedicht, ten laetste van de tweede helft der XIV eeuw, naer het oorspronkelijk handschrift van broeder Geraert uitgegeven, Amst. 1857; Sinte Servatius, legende van Heynryck van Veldeken, naer een handschrift uit het midden der XVe eeuw voor de eerste mael uitgegeven,