Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 93]
| |
derlingste personen van zijnen tijd. Hoewel hij slechts een rijmelaar was, waande hij zich een der grootste genieën, waarom men hem overal voor den gek hield. Zoo dikwijls hij maar de gelegenheid vond, declameerde hij zijne ronkelende verzen met krachtige stem en overdreven gebaren. Hij was in 1772 geboren te Weert (Limburg) en verdronk bij toeval in de stadsvest te Antwerpen 22 Oct. 1842. De voornaamste van 's mans talrijke dichtwerken zijn: Den wanhoopenden en raezenden Napoleon. Parnasgalm by de wederkomst der oude kunsttafereelen van Belgenland, Antw. 1815; De Bestorming van het Kasteel van Antwerpen, Antw. 1832; De inneming van het kasteel van Antwerpen, Antw. 1832; Lofrede van Rubens, Antw. 1840 en De Maenwereld, Antw. |
|