[Jacob van Waning Bolt]
Bolt (Jacob van Waning), geb. te Amst. 7 Dec. 1817, stud. te Gron. en werd in 1848 pred. te Grootegast en Doezum, van 1852-'65 te Antw., in 't Nederl. en in 't Fransch. In 1865 ging hij te Leiden wonen en werd red. van het Geïll. Nieuws tot 1869, toen hem de gemeente van Lettelbert tot pred. beriep, vanwaar hij in 1875 als zoodanig naar Weerseloo ging. In '77 kwam hij te Krommeniedijk, '80 te Nes op Ameland, '81 te Zomeren, '84 te Ruinen en '86 te Emst, waar hij 12 Maart 1888 zijn 40-jarigen diensttijd mocht herdenken.
Schr.: Romant. Tafereelen, Amst., 1841; De Christen beschouwd in sommige van zijne betrekkingen tot de Kerk, de maatschappij en het huisgezin. Gron., 1847, 2e uitg. 1854; Hamaël, de rijke arme. Bijbelsch-Evang. novelette. (psd. Severinus) Amst., 1859; De idealen van Dominé van Beek, Pastorale Novelle, Tiel 1867 (psd. Baltwina Vignon); Ongelijk maar niet ongelukkig. Twee novellen, zelfde psd., Tiel, 1868; Daar heen niet! Een antwoord op de vraag van Dr. J. Cramer, Tiel, 1873; Predikantennood en ‘Patjes’ dominés, Rott. 1887. Voorts eene menigte leerredenen, vertalingen, recensiën, bijdragen en artikels in dagbladen, in den Groninger Studenten-Almanak, in de Prov. Gron. en Drentsche Volksalmanakken, De Huisvriend, De Evangeliespiegel, Europa Vaderl. Letteroefen. Evang. Stuivers-Magazijn, en andere tijdschriften o.a. De Klok, De Klokluider, De Doodsklok. Ook was hij hoofdredacteur van: De Brabantsche Olijftak, Tijdschrift voor hedendaagsche Godgeleerdheid, Antw., 1865, mederedacteur van het blad De Koophandel, enz.
J.V.W.B.