[Pieter Boeles]
Boeles (Pieter), geb. te Ferwerd in Friesl. 4 Maart 1795, stud. te Groningen in de theologie en was achtereenvolgens pred. te Pingjum en Zurig 1717, te Noordlaren 1825, te Noorddijk 1827. In 1850 werd hij theol. doctor honoris causa en twintig jaar later emeritus; hij vestigde zich toen metterwoon te Groningen, waar hij 26 April 1875 overleed.
Hij schreef: Wenken, raadgevingen en herinneringen over den omgang met het vrouwelijk geslacht, de keus eener echtgenoote, verloving, het huwelijk en den ongehuwden stand, Gron. 1823; Hebreeuwsche vertellingen, verzameld en vertaald uit de schriften der aloude Hebreeuwsche wijzen, benevens eene verhandeling over de ongewijde letterkunde der Hebreeërs door Hyman Hurwits, uit het Eng. met aanm. 2 dln. Gron., 1831; Over staatsregt, hervormd kerkbestuur en Separatismus. Naar aanleiding van het geschrift van Mr. G. Groen van Prinsterer: De Maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het staatsregt getoetst, Gron. 1838; Het beleg en de bevrijding van Groningen in 1672; Leerrede met geschiedkundige aanteekeningen, Gron. 1838; Stemmen uit Rome over zonden in Rome. Eene bijdrage tot waardeering der getuigenissen van Maria Monk, Tiel z.j. Voorts leerredenen, vertalingen, brochures enz. B's lievelingsstudie was de vergelijkende taalkunde. Alle Romaansche, Germaansche en Noordsche talen had hij zich door onverdroten studie eigen gemaakt; na 1857, toen hij zijne beide oudste zonen in de kracht huns leven verloor, trok hij zich meer en meer uit de maatschappij in het studeervertrek terug. Onuitgegeven, maar geheel voor de pers gereed, is een uitgebreid glossarium Groninganum of vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval.