Bibliophilen uitgegeven; Gedichten van Jacob van Zevecote, voor de eerste mael verzameld uitgegeven, Gent, 1840; Over de ambachtgilden of neringen te Gent, Gent, 1840; Het leven van Philippus den Stauten, hertoch van Borgonien, ende van Margarita van Male, Gravinne van Vlaenderen, byeenvergadert uyt verscheyden gheloofweerdighe autheurs ende aude geschreven memorien ende monumenten, door Broeder Bernaert De Jonghe, Priester predicheer van het convent van Ghent, Gent, 1841; Het leven van Joannes den Onbevreesden, hertoch van Borgonien, Graef van Vlaenderen, byeen vergadert uyt verscheyden geloofweerdighe autheurs ende aude geschreven memorien ende monumenten, door Broeder Bernaert De Jonghe, Priester predicheer van het convent van Ghent, Gent, 1841; Knopjes en bloemen, Liederen en andere kleine gedichten, in den hoogen nederduitschen tongval, ter vergelijking beider nevens elkander gesteld. Nevens eenige bemerkingen over verscheidenheiden derzelve door B. en Van Vogt, Gent, 1842; Iwein van Aelst, (1128) Gent, 1842; Leven van St. Amand, patroon der Nederlanden, dichtwerk der XIVe eeuw van Gillis de Wevel, Gent, 1842-3; Der Vrouwen-heimelijkheid, Gent; De Grimbergsche oorlog, ridderdicht uit de XIVe eeuw (met C.P. Serrure), Gent, 1852-4; Geschiedenis der rederijkkamer de Fonteine te Gent gesticht den 9 Dec. 1448, Gent, 1847; Aloude geschiedenis der Belgen of Nederduitschers, Gent, 1849; Einhard, Leven en wandel van keizer Karel de Groote. Voor de eerste mael in het Nederduitsch uitgegeven door Ph. B., Antw. 1849; Beschrijvinghe van hetghene dat vertoocht wierdt ter incomste van d'exellentie des princen van Oraengien binnen der stede van Ghendt, den XXIX Decembris 1577, Gent, 1852; Volu-Spa of voorzegging der Priesterin, Antw. 1851; Hilda, Antw. 1852; Gedichten, Gent, 1853; Levensschets van Lucas d'Heere, kunstschilder te Gent (XVI eeuw), Gent, 1853; Chronologische handleiding van de geschiedenis der Nedersaksische letterk. Borgerhout, 1855; Petrarcha's reis naer België, Gent, 1855; Nederl. begravingswijze en grafsteden, Gent, 1857; Dietsche Lucidarius, Leerdicht der XIVe eeuw, Gent, 1858; Graf- en gedenkstukken der provincie Oost-Vlaanderen, Gent, 1856-67. De Nederduitsche schrijvers van Gent, Gent, 1861; De Vlaemsche tael in zaken van bestuer, Gent (z.J.) Gewoonten, vrijheden en privilegiën der stad Sint Truyen, Gent (z.J.); Politieke balladen refereinen, liederen en spotgedichten der XVIe eeuw, Gent (z.J).