[Hijman Binger]
Binger (Hijman), geb. te Amst. 23 Maart 1824, studeerde eerst in de geneesk., doch werd door zijn vader, die boekhand. en uitgever was, in diens zaak opgenomen en is thans hoofd der firma Gebrs. Binger.
Hij schreef onder het psd. Grootvader Herman: het Kleinzoontje van Klein-Duimpje, een berijmd vertelsel, Amst. 1853. Verder onder eigen naam: Het lied van de Duinwaterleiding, ter gelegenheid van de onthulling der hoofdfontein op den Dam 27 Aug. 1856, Amst. 1856; 18 Oct. 1867. Vondels standbeeld onthuld. Feestzang, op muziek gezet door G.A. Heinze, Amst., 1867; Gedenkboek der feestviering van het 50-jarig bestaan der Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels, 12-14 Aug. 1867, Amst. 1868. Verder eene Dorpsvertelling, in verzen, in Kunst en poëzie, Utr. 1868; Apollo en de Muzen, wedstrijd van liedertafels bij gelegenheid van het 50-jarig feest der Vereen. ter bev. v.d. bel. des boekh., Amst. 1868; Het Meifeest, declamatorium voor de Gala-voorstelling in den Stads-Schouwburg te Amst. in Mei 1874. Bovendien vele gedichten, in verschillende tijdschriften en jaarboekjes verspreid. Binger maakte zich vooral verdienstelijk door de prachtuitgave van Vondels werken, waaraan hij met den bewerker, Mr. J. van Lennep, ijverig heeft gearbeid.