[Pieter Bernagie]
Bernagie (Pieter), ged. 2 Juli 1656 te Breda, promov. 1676 te Harderwijk in de medicijnen en zette zich als dokter te Amst. neer. In 1682 gaf hij een paar medische werkjes uit, maar voornamelijk schreef hij voor het tooneel onder de zinspreuk Latet quoque utilitas.
Van hem zagen de volgende tooneelstukken, (alle te Amst.), het licht; De Huwelyken Staat, kl. 1684, 1724, 1715; De belachelyke Jonker, kl. 1684, 1724, 1733, 1781; Het studente-leven, kl. 1684, 1744; Constantinus de Groote, Eerste Christen' Keiser, Fr. 1684, 1738; Het betaald bedrog, kl. 1684, z.j.; De Ontrouwe Kantoorknecht, en Lichtvaardige Dienstmaagd, kl. 1685, 1737; Paris en Helene, Fr. 1685; De Romanzieke Juffer, kl. 1685; Het huwelijk sluijten, bls. 1685, 1739, 1826; De goê Vrouw, kl. 1686; De Debauchant, bls. 1686, 1747; Arminius, Beschermer der Duytsche Vryheid, trs. 1686, 1725, 1735, 1745, 1785; De ontrouwe voogd, kl. 1686, 1715, 1782. In weerwil van deze letterk. werkzaamheid, bleef Bernagie zijne wetenschap ijverig beoefenen; in 1689 kreeg hij vergunning tot het geven van colleges in de chirurgie en in 1692 werd hij tot professor aan het Athenaeum benoemd, aan welk ambt hij sedert 1698 nog dat van stadsgeneesheer verbond. Bovendien was hij van 1688 tot zijn dood éen der beide regenten van den Schouwburg. In 1698 gaf hij nog het zinnespel De Mode, 2 uitgaven van dat jaar, herdrukt 1711 en 1751. Hij overl. 27 Nov. 1699. Bernagie is een onzer beste blijspeldichters uit het laatst der 17de eeuw.
J.A.W.
(Tijdschr. Mij. der Ned. Lett., III.)