[Mr. Lodewijk Willem Christiaan van den Berg]
Berg (Mr. Lodewijk Willem Christiaan van den), werd geb. te Haarlem 29 Oct. 1845, stud. te Leiden en prom. er in 1868 met het Spec. jur. inaug. de contractu ‘do ut des’ jure mohamedane, L.B. 1868, vertaald en omgewerkt in de ‘Bijdragen,’ 1830, dl. 4, onder den titel van: Over het contract Al Bai' in het Mohamedaansch regt; ging het volgende jaar als ambtenaar naar Indië, waar hij in 1870 benoemd werd tot griffier bij den raad van Justitie te Samarang. Hij was achtereenvolgens eerste commies, hoofdcommies en referendaris van het Dep. van Binnenl. bestuur te Batavia, en in 1878 hoofdambtenaar voor de beoefening der Ind. talen en adviseur der Indische regeering, welke betrekkingen hij bekleedde tot in 1887, toen hij, ter vervanging van wijlen Prof. Juynboll, werd benoemd tot Hoogl. aan de Indische instelling te Delft.
Behalve tal van rapporten en adviezen aan de regeering schreef hij een groot aantal stukken in de Bijdragen voor Land- Taal en Volkenkunde van Ned. Indië, het Tijdschr. voor Ind. taal, Landen volkenk. v.h. Batav. Genootschap, het Ind. Weekbl. voor het Recht, de Handelingen der Ned. Ind. Juristenvereeniging, de Indische gids enz., meest alle handelende over Mohammedaansche rechtspleging of rechtsgebruiken, en land- en volkenkunde van den Indischen archipel. Afzonderlijk gaf hij o.a. uit: de beginselen van het Mohammedaansche recht volgens de Imâm's, Aboe Hanifah en Sjafi'i, Batavia 1874, 3e. dr. 1883, welk werk onderscheiden beoordeelingen, tegenschriften en wederantwoorden van den schrijver in verschillende tijdschriften uitlokte; De Mohammedaansche geestelijkheid en de geestelijke goederen op Java en Madura, Bat. 1881, 2e dr. 1882; Minhadji at-talibīn, Le Guide des Zélés croyants. Manuel de jurisprudence musulmane selon le rite de Chafii etc. Vol. I, Bat. 1882-'84; Le Hadhramout et les colonies Arabes dans l'Archipel Indien, Bat. 1887, enz.