[Roelof Gabriël Bennet]
Bennet (Roelof Gabriël), geb. te Groot-Zundert, den 20 Maart 1774, trad in 1785 als adelborst in dienst, had vele ontmoetingen en wederwaardigheden gedurende den tijd van de overheersching der Franschen, werd na de omwenteling van 1813 kapt. t.z. en onder-dir. aan het Nieuwediep, doch moest wegens ongesteldheid zijn eervol ontslag uit den dienst verzoeken. Hij vestigde zich toen metterwoon te Hattem en schreef met den kostschoolhouder J. v. Wijk, Rz. in verschillende maandwerken stukken ter verdediging van Neêrlands eer op het veld der ontdekkingen. In vereeniging met dezen aardrijkskundige behaalde hij in 1825 bij het Prov. Utr. Gen. v. Kunst. en Wetensch. eene gouden med. voor het schrijven van een:
Verhandeling over de Nederl. ontdekkingen in Amerika, Australië, de Indiën en de Poollanden en de namen welke weleer aan dezelve door Nederlanders zijn gegeven. Voorts zond hij in 't licht: Nederl. Zeereizen in het laatst der zestiende, zeventiende en het begin der achttiende eeuw, naar de oorspronkelijke journalen of gelijktijdige berigten, opnieuw uitgegeven met aant. en ophelder., 5 dln., Amst., 1828-'32; De eer van den Nederl. reiziger J. Roggeveen gehandhaafd tegen het Examen Critique van C.P. Claret Fleurien, Amst., 1829. Zijne laatste levensmaanden bracht hij te Ede in Gelderland door, waar hij 11 Febr. 1829 overl.
(K. en Letterbode, 1829.)