[Mr. Simon van Beaumont]
Beaumont (Mr. Simon van), geb. te Dordrecht in 1573 of '74, was van 27 Sept. 1588 tot '95 stud. te Leiden, en werd advocaat. Hij was van 1606-'10 tweede pensionaris van Middelburg, van 1611-'15 eerste, daarop 4 jaar alleen, van 1621-'23 met Cats, en van 1624-'34 alleen; hij vertegenwoordigde zijne stad in de Staten der provincie, en deze in Den Haag, in het leger, (voor Den Bosch) of in 't buitenland. In 1634 werd hij benoemd tot de nog altijd openstaande betrekking van Hugo de Groot, als pens. van Rotterdam, en werd daarvan om zijn hoogen leeftijd in 1649 ontheven. Hij woonde als adviseur voor de stad Rott. voortaan in Den Haag, waar hij overl. 20 Juni 1654.
De Zeeuwsche Nachtegaal, Midd. 1623, bevat bijdr., geteekend H.V.D.; de eerste druk zijner Horae Succissivae, Tyt-snipperingen, verschenen in 1638, vermeerderd, Rott. en Amst., 1640. De beste editie is getiteld: Gedichten van Simon van Beaumont met eene inleiding en aant. uitgeg. door J. Tideman, welke uitmuntende bewerking verscheen te Utr. 1843.
Tot nadeel van zijn goeden naam als eerlijk staatsman, is hij wel eens onopzettelijk verwisseld geworden met een naamgenoot, terwijl een ander, minder gevaarlijke Beaumont, Adriaan geheeten, de stichtelijke dichter was van
Dichtm. Bespiegeling over het Lijden van J.C., en den Heidelb. Catech., Haarl. 1743, 2e dr. 1763; Aenmerkensw. zaken in de Ned. Hist., in dichtm. gebracht, Haarl. 1758, en Vermaaklijk Buitenleven. Amst. 1764.
(J. Tideman, in gen. uitgave, p. III- XLVI, en 247-260.)