[Jacobus Baselius de Jonge]
Baselius (Jacobus), de Jonge, bevond zich in 1584 te Brugge, vluchtte in 1585 uit Brussel naar B.o.Z., waar hij als Rector der Lat. sch. werd aangesteld; komt intusschen, als tijdelijk dienstdoende pred. te Enkhuizen, en te Leiden voor, doch in 1587 definitief te B.o.Z.; werd in 1595 en 1603 vruchteloos te Amsterdam beroepen en is 1604 te B.o.Z. overleden.
Hij schr. een Lat. werkje over het beleg van B.o.Z., 1603, ook vertaald, en later opgenomen in zijn Historisch verhaal, inhoudende zekere notable exploiten van oorlog in de Nederlanden, sedert het oprichten van de Compagniën der Gouverneurs en Ritmeesters Paulus en Marcelis Bax, Breda, 1615; en Berigt aangaande de Bulle van Clemens VIII, bij approbatie der Class. van 1 April 1603.
Zijn zoon Samuël eerst Pred. te Ossendrecht en in 1628 te B.o.Z., is in 1637 ald. overl.