[Willem Pieter d'Auzon de Boisminart]
Auzon de Boisminart (Willem Pieter d'), geb. te Maastr. Dec. 1776, ijverig aanhanger van het huis van Oranje, trad 1787, in den krijgsdienst en nam in 1819 als majoor der infanterie zijn eervol ontslag. Sedert dien tijd leefde hij te IJselstein in werkzame rust tot 1823, toen hij opnieuw als administrateur van kleeding en wapening in dienst trad en naar Maastr. ging. Zijn heeschheid maakte hem voor hoofdofficier minder geschikt. Een jaar later werd hij kommandant van het invalidenhuis te Leiden, was dit tot 1844 en vestigde zich daarna te Utrecht, waar hij 2 Januari 1870 overleed.
Hij schreef: Herinneringen uit den veldtocht van Rusl., 's-Gravenh. en Amst. 1824; Gedenkschr. (1788-1840), 3 dln. 's-Gravenh. 1841-'45; Proeve eener herhaalde beschouwing over het wenschelijke der stichting van een asyl voor ontslagen oudgediende krijgslieden, Utr. 1859; Krijgsmansdeugd, aangewezen in een viertal edele voorbeelden, Utr. 1859; De gedenkdag van Waterloo, beschouwd in het licht der geschiedenis en het nationale plichtgevoel, Utr. 1861;