[Jacobus Arntz]
Arntz (Jacobus), geb. 15 December 1816 te Milligen bij Nijmegen, was van 1843 tot 1847 leeraar in de wijsbegeerte en wiskunde aan het seminarium te Kuilenburg, waarna hij in 1848 tot priester gewijd werd; van 1849-'52 leeraar in de natuur- en wiskunde, daarna in de kerkel. gesch en het kerkrecht te Maastricht, van 1862-'65 wederom leeraar der wis- en natuurkunde en na dien tijd in de Oostersche en Nieuwere talen te Kuilenburg waar hij 10 Juni 1887 overl.
Hij schreef: Savitri, eene episode uit de Maha-Bharata, uit het Sanskriet vertaald en toegelicht, een aanhangsel op de Blikken op Indië van F. Heynen, Rott. 1870; God, natuur en eeredienst eene keus van zangen uit de Rig-Veda-Sanhita, 's-Hert. 1871; Historisch overzicht van den twist over den oorsprong van het quicumque of symbolum van den H. Athanasius, Utrecht, 1874.