Verantwoording
Deze poëzie-verzameling bevat een door de dichter zelf gemaakt te keuze uit de verzen sinds 1937. Zij werden ontleend aan de bundels ‘Oostwaarts’, ‘Tropen’, ‘Pacific’, ‘Binnen Japans Prikkeldraad’, ‘Indonesische nachten’, ‘Twee vaderlanden’, ‘Reizen achter het heimwee’, ‘Tussen steen en bamboe’, ‘Spoorzoeken naar een woord’, ‘De achterkant van de maan’, ‘De wildernis’ en ‘Fetisj en Feniks. De indeling is voor het grootste deel chronologisch, echter met deze uitzondering dat enkele latere gedichten met Indonesisch motief in de eerste afdeling werden geplaatst, zulks ter verkrijging van een meer harmonische compositorische opbouw. Van de Chinese gedichten en de bewerkingen van Chinese lyriek is in deze verzameling niets opgenomen. Deze verzen vindt men bijeengebracht in een in het najaar van 1964 bij dezelfde uitgever verschenen uitgebreide herdruk van de dichtbundel ‘Hart van Jade’. Behalve voor wat betreft de spelling der oudere poëzie en verbeteringen in de interpunctie heeft de dichter in de hier bijeengebrachte verzen sinds hun eerste publicatie vrijwel geen veranderingen aangebracht.