Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 171] [p. 171] De wildernis [pagina 173] [p. 173] Koude wereld De wonden bloeden zelfs niet, het ijskoude staal in mijn zij heeft ader en hart bevroren; poolkegels en ijsbanken boren onderstrooms hun verstarring in mij. Mijn adem rijpt aan uw mond, midwinters, mijn ogen bleek drijfijs, wie hierin verzinken sterven nog voor zij verdrinken, verstijfd als een hond. De ijsbloemen in mijn hand zijn uit de trog van een wereld ijskelderend onder mijn voet. Bid om een hart dat weer brandt, bid om een vuursteen, een spaander, om nog één druppel bloed. Vorige Volgende