Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 153] [p. 153] Het Sterrengebergte Het liefst wil ik nu gaan slapen ver in het Sterrengebergte onder het Zuiderkruis. De aarde klopt van verwachten, mijn arm stapelt wolkenvachten, de hemel is hier nog thuis. Dieren strekken hun flanken in valleien van moederweelde tegen mijn lichaam aan. Morgen zullen wij spelen; hier zijn de laatste dingen nog niet gezegd of gedaan maar de eerste zojuist geboren. Het zonlicht ruikt er naar aarde, de schaduw naar drachtwarm groen. Diep in de palm zijner handen kan mij geen leven storen, onwetend van dan en toen. Het liefst zou ik nu gaan slapen naakt in het Sterrengebergte, onbelaagd, onbekoord; adem en ader wezen, glimlachen en genezen aan een onhoorbaar woord. Vorige Volgende