Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] Weerzien Wie eenmaal naar het oosten is gevaren geraakt voor goed in een vervreemd bestaan. Hij telt de dagen der gekwelde jaren, hij is vertrokken; maar komt nooit meer aan. De huizen waar wij een herkenning wachtten dragen een leeg en afgewend gelaat, de mensen gaan gehaaster langs de grachten en orgels spelen in een andre maat. Niemand ontdekt: hij is terug gekomen, de mensen en de dingen groeten niet. Hij had nooit afscheid van de stad genomen, maar zij nam afscheid van wie achterliet. Vorige Volgende