Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Spijtoptant Muziek van vogels bloeide wild en teer als vrouwenhaar in de tjemarabomen, het notenschrift der palmen aan het romig ochtendontwaken schreef de laatste keer het eerste lied, het onbegrijpelijk slot. Achter de huizen die onwetend droomden het aerodroom met zijn laagbrommend dier. Verraadziek loste plotseling het portier der auto in mijn rug een dodelijk schot. Nu ingewinterd, moe en afgedaan, weet niemand dat ik sedert ben gestorven onder het zingen van de purpervogels, stug spijt opterend tegen elk bestaan. Vorige Volgende