Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] Pacific Chinese jonken zwerven licht geraakt tussen smaragd en blauw van eilanden die, onbewoond, hun maagdelijke stranden lokkend uitstrekken, liefelijk en naakt. Achter hun riffen fluistert het verraad, slijmzwammen kwalpoliepen anemonen, rotshoofden schuimgebekte watergnomen en een skelet dat door de wieren waadt. Woedt de taifoen, huilende waterhoos, zij glimlachen achter hun schelpen tanden; golven als weke groene droomspookhanden grijpen de vlinderzeilen reddeloos. Hopend op heil en het Sint Elmusvuur blijf ik nochtans achter mijn heimwee varen, chinezen hollanders en makassaren, eeuwig verslingerd aan het avontuur. Vorige Volgende