slag van
hun bundel als drie mannelijke Gratiën op het perron van Amsterdams hoofdstation
laten fotograferen, waaruit zij willen afleiden, dat de Amsterdamse School op
het perron van het Centraal Station ontstond uit een broederlijk gedeeld en
loyaal erkend minderwaardigheidscomplex; misschien was de voornaamste taak der
School door opvoeding tot zelfstandigheid dat minderwaardigheidscomplex te
compenseren?
Als dat zo is, dan dienen wij na te gaan, in hoeverre de ontwikkeling van
Perron-complex tot Amsterdamse School zich ook werkelijk voltrokken heeft; en
het resultaat van dat onderzoek is zonder enige twijfel positief, zij het dan
ook voor de drie School-meesters (geen hatelijkheid!) in verschillende graad.
Generaliserend mag men zeggen, dat dit bundeltje gedichten met Den Brabanders
‘signes particuliers’, Van Hattums ‘besondere Kennzeichen’ en Hoorniks ‘special
marks’ bewijskracht heeft voor de emancipatie der drie. Deze emancipatie is
gedeeltelijk zelfs, lijkt mij, bijzonder definitief, zoals ook uit, vorig werk
van deze dichters (Den Brabanders Gebroken Lier, Hoorniks Mattheus) al bleek.
Vooral Hoornik, die voorlopig beschouwd moet worden als de sterkste
persoonlijkheid van de School, heeft zich geheel afgewend van een zekere faciele
toon, die men ook al weer gekarakteriseerd had als de ‘Forum-toon’; waarom weet
ik waarachtig niet, tenzij men er op uit was een misverstand te prolongeren. Dit
komt zijn talent bijzonder ten goede, zoals men uit deze gemeenschappelijke
bundel en een ongeveer gelijktijdig verschenen ‘solo’ -bundel Geboorte kan opmaken. Hij heeft in de laatste tijd verzen geschreven,
die men aan geen ander zou toeschrijven en die het beste van deze dichter doen
verwachten; ik denk b.v. aan het prachtige gedicht Ik ben bedroefd
vandaag. Voor zijn nieuwe, eigen toon is niet meer Du Perron,
representatief (hoewel verwantschap is blijven bestaan), maar als men naar
gemeenzaamheid van ‘tendens’ zoekt, zal men veeleer aan Jan Engelman, soms aan
Marsman denken. Het verlangen naar de ‘poësie pure’ drijft ook Hoornik; hij
verdiept zich in de woorden, waar hij vroeger dikwijls een vlot, maar
onzelfstandig spel mee speelde. Hoornik is een geïntroverteerde persoonlijkheid,
speurend