‘Vergiftung des Blutes’ etc., etc. Het bloed is in Mein Kampf (zonder één argument overigens!) van vloeistof symbool en
zwendelobject geworden. Ariërsbloed heeft daarbij een kolossale voorsprong, want
God zelf gaf hier de injectie; geen wonder dus, dat de Joden als duivelskinderen
het daarop voorzien hebben; ‘der schwarzhaarige Judenjunge lauert stundenlang,
satanische Freude in seinem Gesicht, auf das ahnungslose Mädchen, das er mit
seinem Blute schändet und damit seinem, des Mädchens Volke raubt.’ Met zulke
woorden geeft de burgermansloudspeaker weer wat wij zouden noemen: een gemengd
huwelijk. Het rassenvraagstuk is hier allang religieus vermomde hysterie
geworden, appetijtelijk vooral voor een halfbeschaafde natie, die door Joden
telkens weer bij de neus is genomen. ‘So glaube ich heute im Sinne des
allmächtigen Schöpfers zu handeln: Indem ich mich des Juden wehre; kämpfe ich für das Werk des Herrn.’ Bij het lezen van zulke
stijlbloempjes vergaat ook onze laatste hoop, dat wij in Hitler wellicht een
grote en bewuste misleider der profane massa, een ‘vorst’ in
de zin van Macchiavelli zouden mogen begroeten. Een man, die iets dergelijks kan
schrijven, moet, dunkt mij, voor 99 pCt. zelf geloven in zijn maagbezwarende
wartaal, ook al heeft hij zich als politicus aan veel gewend; als hij
Macchiavelli had begrepen met zijn instinct, had hij toch andere woorden
gekozen, zich niet uitgedrukt, alsof hij in het openbaar onpasselijk was
geworden; want men zou er over gaan denken, een ernstig gebed op te zenden tot
de Heer, om de wereld verder zonder Hitler af te doen in dat geval, hetgeen op
grond van Zijn almacht mogelijk moet zijn. Maar zijn wij niet nòg te naïef?
Elders leest men bij Hitler n.l., dat de Ariërs zich niet met de Joden moeten
afgeven, maar ‘Ebenbilder des Herrn... zeugen und nicht
Missgeburten zwischen Mensch und Affe’. Hitler schijnt dus het signalement van
de Heer te kennen en speciaal voor zijn Ariërs te hebben gereserveerd;
waarschijnlijk moeten wij ons God voorstellen ongeveer als Otto Wallburg, maar
minder geagiteerd, want bijgestaan door zijn zoon, die ons in het vlees
verschenen is: Adolf Hitler, schrijver bovendien van zijn eigen kruisgang, Mein Kampf! En zo iemand zou intellect nodig hebben om een
ge-