rung wider den heiligen Geist’, en er op wijzen, dat zelfs de
titel van mijn vierde hoofdstuk aan Stirner is ontleend; ik zou dan verplicht
zijn dat te ontkennen, maar eigenlijk zou ik hem zijn triomf niet misgunnen.
Want inderdaad, al zou mijn criticus het probleem der verwantschap te
simplistisch als plagiaat hebben gesteld, de verwantschap zou
hij hebben aangetoond.
Wat blijkt hieruit? Vooreerst, dat verwantschap tussen schrijvers, en zelfs
tamelijk grote verwantschap, kan bestaan, zonder dat zij elkaar kennen. De
conclusie: A onderging de invloed van B, zal dus in vele gevallen moeten worden
gewijzigd: A en B behoorden tot een mensentype, dat langs de weg van
verschillende ervaringen tot analoge resultaten komt; zij leefden in een sfeer,
die hen tot overeenkomstige reacties en zelfs tot overeenkomstige woorden dwong.
Voor zover ik kan nagaan, heeft Nietzsche Stirner niet gekend; toch zijn
Nietzsche's ‘Wille zur Macht’ en Stirners ‘Ich hab' mein' Sach' auf Nichts
gestellt’ zo verwant, dat een ijverig speurder naar epigonismen van allerhande
soort hier een ruim arbeidsveld zou vinden; er zijn trouwens geesten, die niet
aan verwantschap kunnen geloven, of zij moeten het plagiaat er naast kunnen
leggen. De verwantschap ‘pur’ hindert hen, als een getuigenis van te fonkelende
originaliteit.
Een betere speurder, André Gide, gaat zover (en men neemt het hem, tegenover de
andere categorie speurders, allerminst kwalijk), dat hij in zijn Prétextes de verwantschap tussen Stirner en Nietzsche loochent;
‘indignez-vous tout simplement en entendant dire: “Stirner et Nietzsche”, comme
Nietzsche lui-même s'indignait en entendant dire: “Goethe et Schiller”.’ Het
komt er op neer, dat hij Stirner verwijt, door zijn ‘egoïsme’ de persoonlijkheid
een slavendienst te hebben bewezen, die zij kan missen, terwijl de aestheet in
Gide zich beledigd voelt door Stirners ondraaglijke stijl. ‘Au cours des 500
pages, pas un accroc, pas un trouble, pas une rencontre; le livre est laid,
ressasseur, comble et vide. C'est un livre de ruminant.’ Scherpzinnige
constateringen van een man, die voor alles de nuance laat gelden en de
verwantschap niet naar een formule, maar naar een stembuiging wil berekenen!