Menno ter Braak
aan
Em. Querido(Amsterdam)
[Den Haag], 25 mei 1934
25 Mei 1934
Den Heere EM. QUERIDO
Keizersgracht 333, AMSTERDAM C.
Zeer geachte Heer Querido
In antwoord op Uw schrijven van 24 dezer, waarvoor mijn dank, het volgende:
Hoewel ik den heer Greshoff nog niet heb kunnen raadplegen over Uw voorstel inzake DE SMALLE MENS, meen ik wel zeker te weten, dat hij dit voorstel in beginsel zal toejuichen; ik zend hem dus een copie van dezen brief. Mijn opzet zou dan, precies geformuleerd, deze zijn:
U calculeert voor ons de onkosten aan het uitgeven van het boek verbonden. Ik vertrouw, U kennende, dat U dit zoo ‘zuinig’ doet als (bij een goede uitvoering) mogelijk, want noch de heer Gr., noch ik zijn richards. Het boek verschijn herfst 1934; 1 Nov. 1935 deelt U mij mede, hoeveel ex. er verkocht zijn en hoe groot de opbrengst daarvan is. Is dit bedrag, vermeerderd met de f. 350 van den heer d.P., dan nog beneden de onkosten gebleven, dan garandeeren de heer Gr. en ik U voor 1 Dec.1935 de uitbetaling van het deficit.
Het eenige verschil met Uw voorstel is hier de termijn. Het lijkt ons n.l. billijk, dat na de aanbieding wordt afgewacht, wat het publiek ‘doet’; omstreeks 1 Nov. 35 kan men, dunkt mij, met eenige objectiviteit constateeren, of het boek de aandacht heeft getrokken, ja dan neen.
U kunt van mij natuurlijk een afzonderlijke kroniek in Het Vad. verwachten, waarin ik het belang van de uitgave duidelijk laat uitkomen. Ik kan dit beloven, omdat ik de copie reeds gelezen heb.
Gaarne Uw antwoord. Mocht U een en ander nog contractueel willen vastleggen, dan ben ik daartoe natuurlijk gaarne bereid.
In afwachting, m.v.gr. en hoogachting,
Doorslag: particuliere collectie