Briefwisseling Menno ter Braak - Gerhard Gerdes
Gerhard Gerdes
aan
Menno ter Braak (Den Haag)
Amsterdam, 19 april 1935
19 April 1935
Zeer geachte heer ter Braak,
Ik heb de eer U hierbij aan te bieden een door mij geschreven satyre op filmgebied met beleefd verzoek mij te willen berichten of deze in aanmerking kan komen voor opname in het onder Uwe redactie staande maandblad ‘Forum’.
U zult U terecht afvragen, waarom het maandblad de ‘Filmliga’ het artikel niet plaatst, daar dit toch meer op haar terrein ligt. Ik heb het echter niet eens ter plaatsing aan de ‘Filmliga’ aangeboden, omdat het mij wil voorkomen, dat dit blad zich gedurende het laatste jaar, blijkens haar inhoud, in geenendeele meer bekommert om dingen, die met de film te maken hebben, maar alles in het werk stelt om het woord ‘onafhankelijk’, dat op haar titelblad voorkomt tot een aanfluiting te maken door stupide artikelen over hersenschimmen als b.v. de ‘regeneratie’ van de Amerikaansche film en het ‘met belangstelling’ volgen van de ‘ontwikkeling’ (sic) van de Nederlandsche filmindustrie. Men zou er om lachen als het niet zoo treurig was.
Een gunstig antwoord Uwerzijds tegemoet ziende aangaande ingesloten artikel, teeken ik
Hoogachtend,
Gerhard Gerdes
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum