G
Briefwisseling Menno ter Braak - Jacques Gans
Menno ter Braak
aan
Jacques Gans
Den Haag, 5 september 1934
Zeer geachte heer Gans
Met dank voor uw brief, en ook voor de zending Marx, die ik in de vacantie ijverig geëxploiteerd heb. Om eerst daar even over te beginnen: Marx is precies wat ik dacht. M.i. een scherpzinnige pamflettist, zonder eigenlijk gevoel voor de nuance (Nietzsche!), handig, au fond een dogmaticus, maar met de flair om dat te verbergen. Het Communistisch Manifest, dat ik nooit eerder in zijn geheel had gelezen, is in zijn soort een meesterstukje. In de ‘Deutsche Ideologie’ staan ook veel goede dingen, maar deze omkeering van Hegel is mij toch telkens te simplistisch. Ik betwijfel verder, of Marx wel precies begrepen heeft, wat ‘Sankt Max’ met ‘geest’ bedoelt. Natuurlijk is Stirner het type van den kleinburger, maar was hij ook nog niet iets meer? Het historisch-materialistische trekt mij als werkwijze aan, maar stoot mij als leer af. Bovendien: ik geloof niet aan die ‘wetten’ en dat schijnbaar zoo ijskoude dialectisch verloop van de geschiedenis. Het is evengoed te bewijzen, dat het proletariaat als [??] nooit zou hebben bestaan, als Marx het woord ‘[??]’ niet had gecreëerd en daarmee de parool doorgegeven, dat voor eenige decennia voldoende bezwerende kracht kom hebben voor het menschdom. In het negatieve geef ik Marx meestal (natuurlijk?) groot gelijk b.v. waar hij tegen Proudhon of Feuerbach polemiseert.
Uw brief over de emigranten was uitstekend! Geestig en licht verteerbaar en toch ‘betere’ journalistiek. Er staat verder gezet een brief over de Hallen[?], maar hebt u nog meer gezonden? Ik kreeg verder nog niets.
Uw uitgangspunt voor het Forum-artikel lijkt mij zeer goed. (Titel ook). Hoe internationaler het verband, hoe beter natuurlijk. De verwaarloozing van het individu in de collectiv litteratuur, lijkt mij een symptoom van de algemeene verwaarloozing bij de collectieven van het individueele tout court. De abstractie is hier present, en de persoonlijke relatie tot de wereld er geweest is.
Wat het voorschot betreft: van Nijgh & v. Ditmar kan ik dat niet vragen, omdat het stuk nog niet gezet is en formeel nog niet aangenomen. Maar ik kan u zelf 250 francs leenen op 25 Sept.; dan komt mijn salaris los. Mocht u het geld absoluut noodig hebben voor die datum, dan zal ik probeeren het elders zoolang zelf te leenen. Het hoeft u geenszins te bezwaren, schrijft u het ronduit. Deze zaken behoren bij bepaalde aangename relaties geen probleem te zijn, als het geld ergens is.
U kunt brieven voor de krant ook aan mijn adres Pomonaplein 22 zenden!
m.v.gr. ook van mijn vrouw
Uw
Origineel: ?