G.B.M. van Etten-Sjoukes
aan
Menno ter Braak
Balikpapan, 15 maart 1928
Balik Papan 15 Maart 1928
Beste Menno,
Verleden week dreef je brief van 7 Februari hier binnen, waarvoor mijn dank. Tegelijkertijd kwam ook de brochure Anti Schund, die me gezien het nummer van de ‘Vrije Bladen’, dat een week eerder kwam, niet zoo verbaasde, als het geval geweest was, wanneer ik dat artikel van Dick niet gelezen had. Tevens stond in de ‘Groene’ er ook iets over, zoodat ik me de geste nu wel kan voorstellen. Er waren in de brochure inderdaad wel eenige ontoelaatbare expressies maar het geheel is toch geslaagd, ik ben benieuwd om eens te hooren, hoe erop gereageerd werd. De heer [Walhelm], die hier inderdaad bij de afdeeling ‘Magazijn’ was (wat dat is, weet ik ook niet) is sinds kort, volgens manlief, overgeplaatst naar Platjoe, op Sumatra. 't Was waarschijnlijk, omdat zijn vrouw teveel met een ander ophad zóo zelfs, dat mijn man dacht, dat het een echtpaar was en pas op de dag van vertrek merkte, dat die dame Mevrouw [Walhelm] was in plaats van Mevrouw X of Y. Vertel dat maar niet aan schoonpa!
Je vraagt om een beschrijving van de Indische dag. Voila!
Om ½ 7 verrijst Eddy, voorziet (nog in het eerste huwelijks vuur!) me van thee en ontbijt op bed en draaft om 7 uur per tram weg. Dan sta ik direct op en dan komt tot 12 uur het deel van de dag, waarop je eigenlijk wat uitvoert, hetzij lezen of schrijven of huishouden enz. Om 10 over 12 komt Eddy thuis en gaan we vrij gauw aan het diner, dat ook consumptioneel geheel Europeesch is alleen op het gebied van vleezen is er niets als biefstuk en lapjes en lapjes en biefstuk.
Zondags eten de menschen dikwels rijsttafel: ik ben er nog niet genoeg aan gewend om het erg lekker te vinden. Als Eddy om ½ 2 weer naar kantoor tijgt, ga ik slapen, d.w.z. ik ga naar bed en lees dan, waarbij ik een enkele keer in slaap val. Opblijven doe ik niet, omdat de dokters dit absoluut afraden, en het is ook geen doen meestal in die warmte van de middag.
Om 4 uur à ½ 5 weer op. Om ½ 6 komt manlief gelukkig weer thuis en dan vertieren we ons tot een uur of 7 a 8. bvb twee maal per week gaan we zwemmen (er is hier een mooie zoetwater inrichting daarvoor) en momenteel zitten we nog in de vervelende tijd, dat we bij allerlei volk visite af moeten steken. Daarvoor is het uur hier: 6 à 6½ uur. Om 7 a 8 uur is dan het souper en daarna kan je bij heel goede kennissen nog wel eens aanloopen, maar verder blijf je thuis. Behalve Zaterdag en Zondag. De eerste avond is er wel altijd bioscoop waarna dansen en Zondag avond wordt er meestal ook altijd gedanst in de Soos, of liever op de open dansvloer buiten de Soos.
Die filmen zijn meestal knudde in quadraat: bvb 3 weken achter elkaar een van Gloria Swanson, o.a. Madame Sans Gène. De laatste keer was er eén die hoewel erg slecht gespeeld wel aardig was opgenomen nl. ‘de kat en de kanarie’. Van Cavalcanti en consorten hebben ze hier nooit gehoord, denk ik. Over twee maanden zullen er ook af en toe Ufa films komen o.a. Faust. Tot nu toe was hier alleen Amerikaansch product. Van de week hebben we twee extra gestes gehad. Allereerst een muziekavond van de militaire kapél van de kruiser Berlin, die hier met 80 kadetten aan boord 10 dagen voor anker ligt (die kadetten zijn een ware afleiding voor de dames hier, die niet zooals ik, pas gehouwd nog eén en al echtgenoot zijn. Op de verschillende dansavonden, waar ze deze week bij waren, bogen ze bij 3 tegelijk voor je b.v.b.) Verder trad hier een avond een jong duitsch student op, die met zijn broer op een motor een reis om de wereld maakt. Op zijn boottocht Java-Japan was hij hier 2 dagen en heeft toen een lezing gehouden met lichtbeelden over die tocht, ik moet zeggen, dat het heusch niet onaardig was.
Maar denk nu eens: daar waren voor deze povere proeve om iets meer te geven dan gewone banale amusementen nog geen 30 menschen in de Zaal en bij Gloria Swans. en consorten zit de groote feestzaal stampvol. Trouwens intellect zit hier niet veel; wél van dat soort quasi, zooals laatst iemand, die het had over Lizzy Ansingh als die bekende poesjesschilderes en iemand, die met kunst dweepte, maar Berlijn lang niet zoo grof vond (als stad en wat amusementskunstkunst, revue enz betreft) als Parijs.
Nu nog eens iets toevalligs. Eddy heeft hier een goede kennis die als quasi vrijgezel, (getrouwd maar vrouw in Holland!) hier zit. Hij kwam laatst een avond hier soupeeren: van der Kuip. Hij begon toevallig te vragen of ik Henny Scholten kende, en bleek een soort boezemvriend van Jan Campert te zijn benevens jou en Dick goed te kennen door 's avonds in Americain enz. Schrijf me eens, hoe jullie hem vonden.
Langzamerhand ben ik uitgepraat. Deze brief is erg lang geworden, maar ik had nu net zoo'n mooie schrijfgelegenheid, daar Eddy Donderdag avond altijd schrijft en ik toevallig mijn brieven naar huis en naar Nell, die iedere week natuurlijk af moeten al klaar had. Zooals ik je al schreef heb ik inderdaad Fride herhaaldelijk gesproken. Ik vind Victorine Marjolein wel leuke namen, tenminste Marjolein. Victorine is me te overwinnerig. Mijn eerste spruit zal de wijdsche naam van Erik dragen. Als ik kinderen krijg, hoop ik maar, dat de oudste een jongen is, en liefst een, die sprekend op manlief lijkt.
En nu eindig ik onherroepelijk. Doe mijn hartelijke groeten aan Dick, en wees zelf buitengewoon gegroet
van Ine
De ‘voorzichtige’ groeten van Eddy; voorzichtig, omdat hij je alleen maar uit verhalen kent.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum