Vaderlandartikelen 1938
(2009)–Menno ter Braak– Auteursrechtelijk beschermd
publicist onder den naam J. Saks
| |
Saks en ‘De Nieuwe Tijd’.Bij Wiedijks zeventigsten verjaardag schreef Frank van der Goes in onze courant o.m., over Saks als politieke figuur en redacteur secretaris van ‘De Nieuwe Tijd.’: ‘Wat de tijd kenmerkt waarin de drukste bemoeiingen van Saks hoofdzakelijk vallen was dit: de jongere intellektueelen die uit de bourgeoisie tot de arbeidersbeweging kwamen, behoorden meestal tot de marxistische of links-socialistische richting. Wat wel het duidelijkst dit verschijnsel doet uitkomen is het feit, dat voor deze richting in de S.D.A.P. gedurende verscheidene jaren als andere naam gold: de “Nieuwe Tijd” groep - zoo geheeten naar het maandschrift dat, onder uitsluitende leiding van marxisten, een aantal jongere intellektueelen gediend heeft als orgaan en meest welkome lektuur. Ofschoon een partikuliere onderneming (J.A. Fortuyn was de uitgever) en dikwijls in oppositie tegen de meerderheidsleiding bestond toch geruimen tijd in de partij geen dringende behoefte aan een officieele revue van dien aard. De beschikbare krachten voor dit werk behoorden nu eenmaal voornamelijk tot den “Nieuwe Tijd”-kring. Tevens werd er voor gewaakt, dat men de redaktie geen ongepaste eenzijdigheid kon verwijten: Ook niet-marxisten zagen regelmatig hun bijdragen geplaatst.
De man die hiervoor zorgde en ook overigens het tijdschrift met somtijds harde en somtijds zachtere maar altijd vaste hand bestuurde, was de redakteur-secretaris Wiedijk. Eenigen tijd na de oprichting traden, in 1897, Herman Gorter en Henriëtte Roland Holst tot de redaktie toe; ook Wibaut heeft er vele jaren aan deelgenomen. En van dit gezelschap was Wiedijk-Saks het erkende hoofd en het aangewezen middelpunt, ook dikwijls de gezellige gastheer.
Een omvattende kennis, een groote veelzijdigheid, een voor dit baantje onmisbare takt, maakten Saks tot de bevoegde uitvoerende macht - die tevens door zijn eigen bijdragen zijn gezag tegenover alle inzenders en de buitenwereld in 't algemeen wist te handhaven. Wiedijk, in zijn vrijen tijd het beroep uitoefenende, dat de kunst van het mengen van allerlei ingrediënten tot heilzame middelen vereischte - niet steeds zoo aangenaam voor de tong - Wiedijk bracht als 't ware deze vaardigheid over in het beheer van de publicistische onderneming, waaraan zijn naam voor altijd verbonden zal blijven.’ * * *
De ‘Nieuwe Tijd’-periode ligt ver achter ons; de structuur van de groep, die zich om dat orgaan verzamelde, lijkt ons, in het licht (?) van de ernstige gebeurtenissen die ons wellicht te wachten staan, bepaald door een historisch geworden doelstelling. Maar het is te hopen, dat het scherpe intellekt van iemand als Wiedijk, niet voorgoed zal worden overstemd door het geloei der fanatici; al zullen andere denkvormen de zijne komen vervangen, zijn verantwoordelijkheidsbesef, waar het zijn waarheid gold, zal ons bijblijven, als een teeken dat de wereld ook anders kan zijn. M.t.B. |
|