Vaderlandartikelen 1936
(2009)–Menno ter Braak– Auteursrechtelijk beschermdEen pseudoniem, dat zich presenteert
| |
M.P., de oudste burger van Brussel.Een heel ander geval, dat even de kalme oppervlakte van den Nederlandschen boekenvijver rimpelde, is dat van het Steenen Ventje. Men weet, dat de oudste Brusselsche burger is een zeker Manneken, dat helaas verzuimd heeft zijn educatie in Noord-Nederland te voltooien; nu staat het daar in een houding, die men in Noord-Nederland.... enfin, ik zou haast gezegd hebben: niet kent, maar dat is ook weer onjuist; in ieder geval, men wil dat Manneken niet kennen, en daaruit blijkt, hoever wij den Vlamingen in cultuur vooruit zijn. Wat is er nu gebeurd? Mevr. Brusse - van Hulzen heeft een roman geschreven, een heusch heel erg nette en onschuldige en idealistische roman, die ‘Het Steenen Ventje’ heet, waarin de hoofdpersoon is een ‘manneke’ bij wijze van een fonteintje, dat door een Vlaamschen beeldhouwer werd gemaakt naar het model van den Brusselschen oudsten burger. Op den omslag deed nu de uitgever het Manneken afbeelden, zooals het daar staat in een houding, die Noord-Nederland zich niet laat welgevallen. Vermoedelijk is deze uitgever daar door onzen zedelijken boekhandel over gekapitteld, toen hij het werk liet aanbieden; althans, bij verschijnen wordt het verkocht met twee omslagen: één ‘echt’, voor de onzedelijken, en één ‘abstract’, voor de zedelijken. Het eerste omslag kan er zonder omslag worden afgehaald, dan komt het tweede.... bloot, neen, juist niet bloot, het al te bloote verdwijnt en maakt plaats voor een schim van het Manneken, zooals die zich ongetwijfeld aan den Hades heeft gepresenteerd, toen hij, volgens het verhaal van mevr. Brusse, in stukken viel. Den uitgever hulde voor het lumineuze idee om aldus twee soorten boekhandel te dienen! Men beschouwe vooral dat tweede omslag met studie; het is als conceptie de moeite waard, het geeft een zekere soort specifiek Nederlandsche preutschheid en zieligheid op zijn allerbest weer, samengevat in een duf aftreksel van een oorspronkelijk bijzonder geslaagde boekversiering. Ook in den roman zelf brengt het steenen ventje veel onrust, maar men merkt, dat de schrijfster op zijn hand is. Zij maakt het indecente kereltje tot gepersonifieerden wijsgeerigen getuige van het leven van vier generaties, die hem zoo'n beetje als hun biechtvader beschouwen. Een en ander zal zich stellig in de gunst vooral van vele lezeressen mogen verheugen; voor mijn gevoel is het wat erg lang en erg zoet, maar daar zullen de dames wel anders over denken. Ik denk er ook niet aan van zulk een boek kwaad te spreken, want het is in zijn soort zeker wel geslaagd. Problematisch is echter alleen de dubbele omslag, die het werk van mevr. Brusse maakt tot een symbool van het Nederlandsche volk, dat twee gezichten heeft, één naar Brussel toe en één zeer hardnekkig van Brussel afgewend.
M.t.B. |
|