Vaderlandartikelen 1935
(2009)–Menno ter Braak– Auteursrechtelijk beschermdPygmalionIn een geestige redevoering over de psychologische analyse van den wiskundigen denkvorm in Diligentia alhier, heeft prof. dr G. Mannoury, onlangs een vergelijking gemaakt tusschen een mooi meisje en een meetkundige figuur. ‘Waarin verschilt de man, die wiskunde pleegt (sommetje maakt) b.v. van iemand die een liefdesverklaring afsteekt? De wiskundige concentreert zich sterk; hij vergeet wiskunde plegende al het andere (de z.g. wiskundige verstrooidheid) en gelijkt in zooverre op den minnaar. Het verschil begint bij het object, want een mooi meisje en een meetkundige figuur zijn tenslotte niet hetzelfde (dit “tenslotte” is uitmuntend! Sag.); het eerste wekt zekere emoties, waarvan het tweede koud blijft.’ Aldus prof. Mannoury, volgens het verslag. Met alle respect voor de geestige vondst van den hooggeleerden spreker: men zou toch ook uit kunnen gaan van de veronderstelling, dat er ‘tenslotte’ niet eens een verschil van object bestaat, wanneer men de liefde van den minnaar voor het meisje en de hartstocht van den mathematicus voor het parallelopipidum met elkaar vergelijkt. Wie zegt b.v., dat het meisje van den minnaar altijd mooi is? Alles hangt af van de idealiseering door den aanbidder; men ziet soms dames, die werkelijk niet veel meer zijn dan slecht geteekende bolsegmenten, vereerd worden door een man, die met deze gebrekkige meetkundige illusie volkomen tevreden schijnt te zijn. En omgekeerd: gelooft prof. Mannoury ook niet, dat voor den waren mathematicus de gelijkbeenige driehoek (ik spreek nu maar niet eens van zulke verrukkelijke verschijningen als cylinders en pyramiden!) een zekere erotische waarde vertegenwoordigt? Men mag toch, dunkt mij, aannemen, dat de idealiseering, waar zij er eenerzijds in slaagt alle proportioneele fouten van de geliefde vrouw voor het oog van den minnaar weg te tooveren, zeker ook in staat is aan de abstracte geometrische figuur de concrete bekoringen te verleenen van de (zij het platonische) liefde. Dit is maar een hypothese. De mathematici, die ik persoonlijk ken, leveren helaas weinig bewijsmateriaal voor mijn opvatting, omdat zij tegen mij nooit over hun vak spreken, wetende, dat ik er geen verstand van heb. Maar hun vrouwen zijn doorgaans minder schoon dan die van litteratoren en juristen, dat is misschien toch iets......
Sagittarius. |
|