Vaderlandartikelen 1934
(2009)–Menno ter Braak– Auteursrechtelijk beschermdHij ging bij een vrijmetselaar in de leerDe Mercure de France brengt het bericht, dat men het voorbeeld voor Nietzsches Also sprach Zarathustra heeft gevonden. Zooals men weet, heeft de Zoroaster der oude Perzen met den Zarathustra van Nietzsche weinig uitstaande; en men heeft dus al lang naar het model voor deze figuur gezocht. Hölderlin, Spitteler en Lipiner heeft men als voorgangers willen beschouwen, zonder waarschijnlijkheid echter. Nu hebben de heeren Kolpatsjki en Herverie (een Rus en een Franschman) een merkwaardige vondst gedaan aan een boekenstalletje bij de Seine. Zij ontdekten een boekje uit het midden der vorige eeuw, dat getiteld was: Maurerische Mitteilungen, als Manuskript für Brüder; het verscheen in 1841 te Stuttgart, anoniem. De ontdekkers hebben vast kunnen stellen, dat de schrijver een zekere Johann Baptist Krebs is geweest, een opera-tenor en componist, die een bekende persoonlijkheid in de vrijmetselarij was. Hoofdpersoon van het boekje is Zoroaster, een half wijze, half gekke apostel; Krebs noemt hem den sluwen goochelaar, terwijl Nietzsche zijn Zarathustra een schelm noemt. Verder liggen, volgens de schrijvers van het artikel in de Mercure, de verwante ideeën maar voor het grijpen. Verlangen naar eenzaamheid, verachting jegens de wereldsche machten en de massa (die volgens Krebs alleen goed is om door den duivel en de statistiek gehaald te worden) en zelfs de geheele Uebermensch-gedachte meenen de schr. in het boekje van den vrijmetselaar terug te kunnen vinden. Op grond van de in het artikel verzamelde gegevens kom ik tot de voorloopige conclusie, dat hier van plagiaat in den onaangenamen zin geen sprake kan zijn. Zelfs als de ontleening werkelijk onwrikbaar vaststaat, moet het toch voor de hand liggen, dat de door Nietzsche in zijn Zarathustra verkondigde ideeën zoo nauw verwant zijn aan de rest van zijn werk (dat met Zoroaster of Zarathustra niets te maken heeft!), dat hoogstens een toevallige coïncidentie van motieven kan bestaan. Ik kan mij trouwens precies voorstellen, hoe een vrijmetselaar de ‘voorlooper’ van Nietzsche kan zijn; er steekt in Nietzsche een element vrijmetselarij, maar... het is niet meer dan één van de elementen van zijn geniale persoonlijkheid. Overigens, en in het algemeen: men zij op zijn hoede voor de plagiaat-maniakken! Het plagiaat is niet voor alles een quaestie van ontleende feiten, maar wel van onmacht tot eigen ideeënvorming bij een auteur. En als Nietzsche het geniale moment in zijn ideeën ontleend heeft aan een opera-tenor, mag men mij hangen.
M.t.B. |
|