Van haar zeven jaar af op de planken
Het was op 18 April 1850, dat Theodora Antonia Louise Cornelia Bouwmeester, zuster van den grooten Louis, te Zutfen geboren werd. Zij is uit 'n echte acteursfamilie gesproten en heeft dat in haar lange leven niet verloochend; groote tragediennes zijn voor hun carrière doorgaans voorbeschikt door hun afstamming. Het was ‘op tournee’, dat mevr. Mann-Bouwmeester
werd geboren; onder een beter gesternte kan een actrice moeilijk het levenslicht zien!
Natuurlijk is ook Theodora Bouwmeester al heel vroeg op de planken geweest; zoo gaat het nu eenmaal met de kinderen van acteurs; evenals de Friezen met het ijs moeten de tooneelspelerskinderen met het tooneel zoo vroeg mogelijk vertrouwd raken. ‘Doortje’ Bouwmeester speelde op zevenjarigen leeftijd Klara in ‘Gabrielle’ van Augier. Toen zij tien jaar was fungeerde zij als Cupido in ‘De Gebannen Amor.’
In 1886 kreeg zij haar eerste engagement bij de directie Bouwmeester. Bamberg en de Boer, bij wie zij in den schouwburg Diligentia debuteerde. In haar memoires heeft mevr. Mann verteld, hoe kinderlijk blij zij was met dat contract, hoe zij dacht, dat alle voorbijgangers dat geluk op haar gezicht konden lezen.
De groote glorietijd is later gekomen. Zij heeft nog gespeeld in de Kleine Comedie te Rotterdam, in den Salon des Variétés te Amsterdam en in de operette bij Prot. Op 17-jarigen leeftijd was zij met den musicus Frenkel getrouwd, die echter zes jaar later stierf; groote zorgen voor het gezin van drie kinderen hebben de tooneelbeslommeringen van de groote actrice doorkruist.
Van A. van Lier begint eigenlijk de victorie. Van Lier ging in 1882 zelf het Grand-Theâtre te Amsterdam bespelen en mevr. Frenkel-Bouwmeester werd in zijn ensemble opgenomen. Haar succes was al spoedig overweldigend; zij werd het troetelkind van het Amsterdamsche publiek, dat kwam om haar te zien in de stukken van Sardou, in ‘Demi-Monde’ en ‘Marguerite Gauthier’ en zooveel ander werk, dat in die dagen furore maakte.
In 1885 volgde Theo Frenkel-Bouwmeester mevrouw Kleine-Gartman op als eerste kracht aan de Koninklijke Vereeniging; haar debuut in den Stadsschouwburg werd gevierd met Marguerite Gauthier. Het volgend jaar verwierf zij de gouden medaille van verdienste van koning Willem III en spoedig daarop werd zij in ‘Flora Tosca’ van Sardou hartelijk gehuldigd.