Weisse-Witz-Wochen
Revue van Willy Rosen met Szöke Szakall
Lutine Palace
De nieuwe cabaretrevue van Willy Rosen bevat een massa amusants; men moet de vindingrijkheid van dezen tekstdichter en componist bewonderen, die telkens weer een, ook technisch uitnemend verzorgd, versch programma weet te introduceeren en bovendien met zijn compagnon Erich Ziegler den vleugel bewerkt als een virtuooze geweldenaar. Het is af, en, hoewel niet bepaald fijn, altijd afwisselend. Maar ditmaal wordt de verwachting sterk gespannen door het optreden van den bekenden filmacteur Szöke Szakall, dat men tot het slot bewaart. Terecht? Het wil ons voorkomen van niet. Het een-actertje ‘Albert VIII’ door Szakall zelf geschreven, is een niet onaardig bedenkseltje, maar het is toch niet anders dan een uitwerking van de bejaarde vondst, dat een vorst zijn kleeren leent aan een burgerman, zoodat deze in staat is om de noodige dwaasheden te begaan. Welnu, Szöke Szakall, die den plaatsvervangenden vorst speelt, begaat alle dwaasheden die men maar bedenken kan, en hij weet dat met veel talent te doen, zoodat men zich in het geheel niet verveelt; maar een klap op de vuurpijl is het nummer niet, daarvoor is het stuk compositorisch al te zeer voorwendsel. Het geeft overigens den uitstekenden komischen acteur Siegfried Arno gelegenheid om een juweel van een ouden hofmaarschalk te creëeren, die zeker wel met den pseudo-vorst van Szöke Szakall kan concurreeren.
De rest van het programma is tip top in orde. Het tempo is bliksemsnel, de krachten zijn berekend voor deze lichte muze. De amusante Franz Engel is er gelukkig weer; Siegfried Arno en Trude Berliner eveneens. Nju Canavesi en Edith Tolnay zijn zeer op dreef, evenals Cläre Eiselmeyr. En de onvermoeibare Rosen doet zijn chanson over de carioca knetteren, nadat hij zijn jasje heeft opengerukt om te annonceeren, dat hij er de vervaardiger van is.
Ongetwijfeld is dit de beste revue van het Lutine Palace, al is de belofte Szakall dan ook niet de hoofdzaak gebleken. Dat pleit niet zoozeer tegen Szakall, die precies is wat hij op de film ook is, als vòòr de leden van het gezelschap, die hem niet de kans geven hen te overtreffen.
M.t.B.