Van het Casino de Paris begint de victorie.
Maar eindelijk bevrijdt Jooss zich uit zijn dictatoriale positie van Duitsch en Engelsch commandeerenden dansgeneraal; en bij een kop koffie ziet hij er volstrekt niet dictatoriaal uit, hetgeen mij oprecht verheugt, want de ware leiding komt meestal voort uit personen, van wie men het niet zou denken. Jooss is een lange, bleeke man, een intellectueel in de danswereld; een gemakkelijk prater, die zijn ideeën met overtuiging formuleert
Ons gesprek neemt zijn uitgangspunt bij Jooss' optreden in Parijs, waar ik hem en zijn dansgroep voor de eerste maal zag als ‘staart’ van een revue in het Casino de Paris. Dat was in 1932; het was mij altijd een raadsel gebleven, wat Jooss (die toen in het buitenland debuteerde met ‘Der Grüne Tisch’) in het Casino de Paris te zoeken had, waar zijn dansstijl op een werkelijk zeer koddige manier vloekte met het optreden van ik meen Marie Dubas. De dans van het ballet Jooss is wel zoo on-Fransch als men maar denken kan, en het zal niet bij voorkeur de Fransche (of ook buitenlandsche) bezoeker van het Casino de Paris zijn, die zich zal interesseeren voor een dansdrama. Maar Jooss onthult mij het geheim. Hij is er wat men noemt ingeloopen, en zat toen aan een contract vast. Er waren nog drie andere danstroepen geengageerd, waaronder ook die van Trudi Schoop. Die werd echter na eenige oogenblikken dusdanig uitgefloten, dat het gordijn moest worden neergelaten; en Schoop, zegt Jooss, heeft het toen moeten opgeven. ‘Wij hebben echter doorgezet en dat was het begin van onze Europeesche carrière. Na een week heftige pro- en contrademonstraties hadden wij het pleit gewonnen en kwam er voor ons een speciaal publiek, dat het eerste deel van de voorstelling zelfs niet eens bijwoonde. Aan het Casino de Paris hebben wij dus toch eenige verplichtingen....
Daarvóór werkte ik in Munster en Essen; in de eerste plaats was ik ook verbonden aan een dansschool, en naast het gewone balletwerk voor het theater begon ik daar met mijn eigen concepties. Wij zijn toen reeds in verschillende plaatsen van Duitschland opgetreden’.
- En thans geeft u geen voorstellingen meer in Duitschland?
‘Sinds 1933 niet meer. Enkele van mijn medewerkers hebben Joodsch bloed, en ik wil hen niet in den steek laten; daarom is het mij onmogelijk in Duitsche theaters op te treden. Wij zijn echter geen emigranten en ons werk is volstrekt onpolitiek; verschillende leden van mijn gezelschap komen nog geregeld in Duitschland.’