Tatjana Barbakof
Dansavond in den Princesse Schouwburg
Bij haar eerste optreden in Nederland, waarvoor het zeer geëigende milieu van den Princesse Schouwburg was uitverkoren, heeft de Russisch-Mongoolsche danseres Tatjana Barbakof niet over gebrek aan belangstelling te klagen gehad; de zaal was ondanks het middernachtelijk uur zeer goed bezet. Die opkomst bleek ook gemotiveerd; Tatjana Barbakof is een kunstenares van beteekenis, wier talent zich niet beperkt tot één genre. Men kan hier niet spreken van ‘pure’ danskunst; daarvoor heeft ten eerste het schilderachtige en ten tweede het dramatische element een te groot aandeel aan dezen stijl. Toch moet ik er dadelijk aan toevoegen, dat mij het levendigst die dansen in herinnering zijn gebleven, waarin Tatjana Barbakof zich van die ‘bijzaken’ vrijwel geheel bevrijdt om het alleen in de bekoring van het dansrhythme zelf te zoeken. Zoo is haar ‘Reminiszenz’ (Händel) een zuiver en aristocratisch bewegingsspel en haar werkelijk voortreffelijke ‘Debuut’ (met het wezenloos bolle masker en de nuchtere mimiek een groteske van de beste soort) mij veel sympathieker dan b.v. de ‘Mongoolsche Vaandeldrager’ en het ‘Schilderij uit het Louvre’, die meer decoratief dan ‘gedanst’ zijn. Ongetwijfeld heeft deze danseres een bijzonder goeden smaak bij het ontwerpen van haar costuums in felle, contrasteerende kleuren; maar zij heeft virtuositeit genoeg om het ook met simpele middelen te kunnen stellen. In een dans als ‘Oude Russische Kerkschilderijen’ b.v. komt zij niet geheel los van den uiterlijken vorm; en zelfs een toch wel indrukwekkende creatie als ‘Aan den Schandpaal’ kan ik niet zoo waardeeren als het fijne ‘Op een weide’, het geestige ‘Jonge Meisje’ op muziek van Mozart.
Sommige dansen gaan bijna over in de pantomime, zooals de alleraardigste ‘Snaterende Vrouwen’ (Hummel) en ‘Five o'clock’ (Brodski), waarin de realistische ‘handeling’ de zuivere danskunst grootendeels komt vervangen. Het spreekt van zelf, dat het succes van dit soort werk, dat bovendien technisch perfect is, bij voorbaat is verzekerd, juist omdat het den toeschouwer iets te ‘denken’ geeft; het is merkwaardig, dat de menschen zoo graag denken, als zij vrijheid hebben het niet te doen! Welnu, in deze dansen geeft Tatjana Barbakof die denkstof door den dans heengewerkt, en men apprecieert het om de wijze waarop.
‘Debuut’ moest gebisseerd worden om de geestdriftige aanwezigen tevreden te stellen. Ook aan het eind van den ‘avond’ (het was al morgen) was het applaus zeer hartelijk en Tatjana Barbakof (die voor de pauze fraaie bloemen kreeg) werd herhaaldelijk teruggeroepen. Zij liet haar begeleider Geza Frid in het succes deelen.
M.t.B.