Hoogeschool voor de regie en Kindertooneel.
Het verbazingwekkendst aan het Sowjet-Russische tooneel is echter volgens Nowakowski de wijze, waarop voor de organisatie in het kolossaal uitgestrekte rijk wordt gezorgd. Er bestaat een ‘hoogeschool voor de regie’, waaraan een internaat voor duizenden scholieren (waaronder, behalve Russen, ook Tartaren, Basjkiren en Kalmukken!) is verbonden. Er is, naar Nowakowski meedeelt, bovenmenschelijk geduld noodig om b.v. een Kalmuk de regikunst te leeren......
Nowakowski ziet in dit systeem echter slechts een schijnbare vernieuwing, daar men in werkelijkheid doorgaat op een oude Russische tooneeltraditie. Het bolsjewisme heeft de mogelijkheden alleen enorm uitgebreid en het tooneel geheel en al dienstbaar gemaakt aan den staat. Ook een tegenstander van het communisme bewondert de bijna militaire discipline en de voorbeeldige toewijding der acteurs, die een regisseur blijven volgen, zelfs als hij een opvoering twee jaar lang voorbereidt. Terwijl in Europa door de tooneelcrisis het eene gezelschap na het andere verdwijnt, komen er in Rusland steeds nieuwe bij, met machinerieën en geraffineerde decors, die men nergens anders zoo vindt.
Een belangrijk aandeel in dit propagandistisch staatsorganisme is ook het tooneel voor kinderen, waarvan het effect natuurlijk zeer groot is. Nowakowski legt er overigens den nadruk op, dat, hoewel het steeds om politieke doeleinden gaat, de artistieke resultaten van onvergelijkelijk groote beteekenis zijn. De propagandistische tendens verhindert niet, dat men steeds nieuwe motieven zoekt en nieuwe uitdrukkingsmiddelen tracht te vinden.