hij is wel een zeer speelse interpretatie van intriges en daarom altijd amusant. Helaas is mij de hollandse Scapin onbekend, zodat ik geen vergelijking kan maken met die van Blancard. Deze Fransman speelde de schelm hoofdzakelijk als clown, een opvatting, waarover te discussiëren valt; maar van deze narrige komiekheid maakte hij iets en hij had dus succes. Een sukkelige Géronte van Dharblay was de enige, die naast hem een bepaald reliëf aan zijn creatie gaf. Behalve de inferieure vrouwenrollen, déden de medespelers het verder wel.
Un Client Sérieux paste zich bij de Molièregeest uitstekend aan. Courteline neemt hier de advocaat, die pleit, omdat hij nu eenmaal pleit, onverschillig voor wie, in een kernachtige eenakter te pakken. George-Scey en de Ruys vooral openbaarden zich hierin als fijngevoelige acteurs, die het paar verbijsterde procederenden met glimlachende humor weergaven. Voeg daarbij een zeer voldoende advocaat (Dharblay) en president (Le Marchand) en het is verklaarbaar, dat deze grap, die niet, als Molière, de onvolkomenheden van de omgeving storend liet uitkomen, de avond daverend besloot.
4 april 1925
M.t.B.